Seba


Hebreeuws: sjeba = God is volmaakt. Een Benjaminiet die een vruchteloze opstand tegen David leidde (2 Sam. 20:1 vv). In de 2e plaats is het ook een Zuid-Arabisch land (Job 1:15; Ps. 72:10; Jes. 60:6), dat rijk was door zijn handel (Arabia Felix = gelukkig Arabië). Een koningin van dat land bracht een bezoek aan Salomo (1 Kon. 10:1 vv).