God is verheven of de door verhoring van God gegevene (1 Sam. 1:20). Zoon van Elkana en Hanna, laatste der richters in Israël. Hij is priester en ziener, de leider die de Filistijnen verslaat (1 Sam.7). Hij komt tegemoet aan de wens van het volk een koning te kiezen (1 Sam. 8). Hij zalft eerst Saul en daarna, als er een breuk is ontstaan tussen hen beiden, David (1 Sam. 10:7; 16:13). Hij was een sterke persoonlijkheid, die het volk bond aan de dienst van Adonai en met Mozes tot de grote voorgangers in Israël wordt gerekend (Ps. 99:6; Jer. 15:1). De boeken van Samuël 1 Samuel en 2 Samuel berichten over de voorgeschiedenis van het koningschap, het ontstaan ervan en het optreden van Saul en David. In de Griekse bijbel heten zij 1 en 2 Koningen, zodat daarin 4 Koningen-boeken worden vermeld.