Rimmon


Granaatappelboom. Plaats in Juda-Simeon (Joz. 15:32; 19:7; Zach. 14:10), in Zebulon (Joz. 19:13); naam van de rots waarop zich 600 Benjaminieten bergden op hun vlucht (Richt. 20:45, 47; 21:13); en van de Aramese god wiens tempel door Naiiman genoemd wordt (2 Kon. 5:18).