Is degene die rechtop staat, d.w.z. zich niet verstopt heeft (achter leugens, kronkelredeneringen of uitvluchten). Hij is herkenbaar en men weet wat men aan hem heeft. Hij is de tegenstelling van de booswicht en de onrechtvaardige, die kromme wegen bewandelen. Hij gaat recht door zee en wordt ook rechtvaardige genoemd (Ps. 7:11; 11:3; 32:11; 99:15). De goddelozen worden uit het land gewerkt, maar de oprechten zullen het bewonen (Spr. 2:21 v; Ps. 140:14; vgl. Matt. 5:5). De profeet Micha zegt onder de mensen geen enkele oprechte te hebben gevonden (7:2).