Gr. eunoechos (eunuch). In oosterse landen is castratie een bekend gebruik, in Israël is dit bij mens en dier verboden (Lev. 22:24). Volgens Deut. 23:1 mag een man met verbrijzelde testes niet trouwen, noch de tempel betreden. Maar in de heilstijd krijgen ook eunuchen een eeuwige naam (Jes. 56:3-5). Matt. 19:12 spreekt over gecastreerden. Met het oog op het werk voor het nabije Koninkrijk zouden mensen vrijwillig afstand hebben gedaan van geslachtelijk verkeer.