Het orgaan van de ademhaling, die van goddelijke oorsprong is Gen. 2:7; 7:22; Job 27:3). Een koning is voor een volk van levensbelang, als adem in zijn neus (KI. 4:20). Korte, snelle ademhaling wijst op emotie: de toornige mens is ‘kort van neus’, kort aangebonden (Spr. 14:29), de lankmoedige, is ‘lang van neus’ (Spr. 16:32). Van de eerste wordt ook gezegd dat zijn neus heet is (Gen. 39:19; NBG: ontbrandde zijn toorn). Vrouwen droegen wel een neusring als sieraad (Ex. 35:22; Jes. 3:21).