Als mensen hun nek ‘verharden’ tonen zij zich het tegendeel van buigzaam en volgzaam, de hardnekkigen (Neh. 9:16, 17, 29; Spr. 29:1; Jer. 17:23). Ook de uitdrukking ‘iemand de nek toekeren’ (en niet het gezicht) is van bijbelse herkomst (Jer. 2:27; 18:17; 32:33). Wie zijn voet op de nek van zijn vijand kan zetten, is een duidelijke overwinnaar (Joz. 10:24; vgl. Ps. 110:1).