Een riet of stok met een lengte van 6 el plus een handbreedte (Maten en Gewichten), d.i. 3,30 m waarmee de kamers en de pleinen van de tempel werden opgemeten (Ez. 40:3, 5; 42:15 w) en ook het nieuwe Jeruzalem (Openb. 21:15). Het meetsnoer is een draad of touw van uiteenlopende lengte waarmee in het bijzonder omtrekken van gebogen of hoekige voorwerpen konden worden berekend (1 Kon. 7:15, 23; Jes. 44:13; Jer. 31:39; KI. 2:8).