Men moet zich erbarmen over de behoeftige (Ps. 37:26; 112:5; Spr. 19:17) en hem geld of gereedschappen lenen zonder hoop op winst (Ex. 22:24 w; Deut. 15:7-9). Niettemin waren er woekeraars en waren er mensen die in de macht van schuldeisers verkeerden (Spr. 22:7; Deut. 15:12 vv; Jes. 50:1). Het sjabbats- en het jubeljaar zouden uitkomst moeten brengen (Deut. 15:1 vv; 25:1). Jezus heeft ons voorgehouden onzelfzuchtig uit te lenen aan armen, en schulden kwijt te schelden (Matt. 5:42; Luc. 6:34 v).