Lat. legio, een divisie van het Romeinse leger, in de le eeuw n. Chr. ongeveer 6000 man sterk. Het woord komt in het n.t. 4 x voor en heeft daar de afgeleide betekenis van: grote menigte. We horen van talrijke geesten (Mare. 5:9, 15) en 12 legioenen engelen, die Jezus zouden kunnen beschermen, een hemels Israël van 12 stammen (Matt. 26:53; vgl. Ps. 91:11).