Hebr. mille haijad: het vullen van de hand, een aanduiding voor de consecratie van de priester, een ritueel dat ‘geschikt’ maakte voor de dienst in het heiligdom, ook wel ‘heiligen’ genoemd (Ex. 29:35). Een ander Hebr. woord chanoekka, Gr. enkainia, vernieuwing, herinnert aan het feest dat de reiniging en weer in gebruikname van de door de Syriërs besmeurde tempel viert (165 v. Chr. door Judas Makkabeus, vgl. Joh.
10:22, waar het vernieuwingsfeest wordt genoemd). Het Hebr. woord suggereert het begrip ‘gehemelte’. Het was nl. gebruik in het oude oosten het gehemelte van jonggeborenen met dadelsap of olie te bevochtigen, een inwijdingsgebruik. De benaming werd een aanduiding voor inwijding van tempel en altaar of huis (Num. 7:10 vv; 1 Kon. 8:63; 2 Kron. 7:5). Het n.t. spreekt van de inwijding van het verbond of de weg, het tot gelding brengen van een afspraak en een nieuwe leefwijze (Hebr. 9:18; 10:20).