Honig


Het beloofde land is een land dat overvloeit van melk en honig (Ex. 3:8; 13:5; Deut. 11:9), d.w.z. het is een vruchtbaar land. Met veel vee en bloesem. In de wildernis vinden Simson, Jonatan en Johannes de Doper honing, die hen sterkt (Richt. 14:9; 1 Sam. 14:29; Matt. 3:4). De zoete honing werd als een gezonde lekkernij beschouwd (Richt. 14:18; 1 Kon. 14:3; Spr. 24:13, Ez. 16:19), al moet men er niet te veel van eten (Spr. 25:27). Het is veelzeggend, dat de tora met honing wordt vergeleken en er zelfs boven wordt gesteld (Ps. 119:103; vgl. 19:11; Openb. 10:9 v).