Het getal 100 speelt een rol in het leger. 10 man is de kleinste effectieve eenheid (Richt. 6:27; 1 Sam. 25:5). Daarop volgt een groep van groepen, 100 man. ‘Het volk trok uit in afdelingen van 100 en van 1000’ (2 Sam. 18:4; vgl. Richt. 7:19; Am. 5:3). Deze afdelingen worden aangevoerd door oversten van 100 (Ex. 28:21; Deut. 1:15; 1 Sam. 22:7). In het algemeen is 100 als een tienvoudige 10 een rond getal, dat een grote hoeveelheid aanduid: een hoge leeftijd (Gen. 21:5; Jes. 65:20), een rijke oogst (Gen. 26:16; Matt. 13:8), royale geschenken, offers, beloningen, boetes (Deut. 22:19; 1 Sam. 25:18; 2 Kon. 23:33; 2Kron. 29:32; Ezra 6:17; Mare. 10:30; Joh. 19:39).