Hoeksteen


Hebr. roosj pinna Gr. kephalè gonias = ‘hoofd des hoeks’, uitgangspunt bij de bouw van een huis en belangrijk fundament (Jer. 51:26; Job 38:6). De hoeksteen is symbool van Sion als fundament van het geloof (Jes. 28:16; vgl. 1 Petr. 2:6) en van de rechtvaardige t.o.v. het volk (Ps. 118:22). Voor de chr. gemeente was de Rechtvaardige, die door mensen terzijde geschoven werd, maar door God als opgestane, op zijn plaats werd gezet, de Hoeksteen (Matt. 21:42; Hand. 4:11; 1 Petr. 2:7).