Statenvertaling: luit, een 5- of meersnarig muziekinstrument dat vooral in de eredienst werd gebruikt (1 Sam. 10:5; 1 Kon. 10:12, 2 Kron. 5:12; Am. 5:23). In Ps. 33:2 en 92:4 wordt, als iets bijzonders, de 10-snarige harp vermeld. David speelde niet op een harp, maar op een citer, een instrument waarvan de klankbodem zich onder de snaren bevindt (1 Sam. 16:16). Jubal was de patroon der harpspelers (Gen. 4:21). Zie ook: muziekinstrumenten.