God


God is de allerhoogste entiteit die hemel, aarde, engelen, dieren en mensen geschapen heeft en Zichzelf in de eerste plaats heeft geopenbaard in Zijn Zoon Jezus Christus en door zijn geschreven Woord, de Bijbel. Wedergeboren christenen worden kinderen van God genoemd.

De namen waarmee God Zichzelf bekendmaakt, zijn verschillend.

  1. Elohim, God
    Is de Pluralis majestatis, majesteitsmeervoud of koninklijk meervoud van het woord Eloah en wordt het meest in de Bijbel gebruikt. Het wordt gebruikt als duidelijk is dat het gaat om de ene ware God,
    de Schepper, met wie de mens te maken heeft, de allerhoogste Godheid. (Genesis 1:1-31). Elohim wordt ook gebruikt als naam voor valse goden (Leviticus 19:4).
  2. El, ‘de sterke of machtige’
    Het wordt vaak voor God gebruikt, vooral in Job en in de Psalmen (Job 5:8; Psalmen 22:1) en voor de Heer Jezus (Jesaja 9:6). El wordt ook gebruikt voor het aanduiden van valse goden (Psalmen 81:9).
  3. Jehovah, ‘HEERE,
    Dit is een naam die in relatie met de mens wordt gebruikt en dan vooral met het volk Israël. Jehovah is afgeleid van havah, wat ‘bestaan’ betekent en kan breder worden vertaald met ‘Hij die is, die was en die komen zal’. God openbaart Zichzelf als de altijd bestaande, de eeuwige. Hij die altijd dezelfde is: vgl. Hebreeën 1:12.
    De naam Jehovah wordt zelden in vertalingen gebruikt. Op vier plaatsen wordt in de King James Bible de naam Jehovah gebruikt (Éxodus 6:8; Psalmen 83:18; Jesaja 12:2; Jesaja 26:4).
  4. Jah en Jahwe (JHWH)
    In de joodse traditie wordt de naam van God in teksten wel gespeld als (JHWH), maar wordt nooit uitgesproken: in plaats daarvan wordt adonai gezegd. Uitgaande van wat bekend is over het oude Hebreeuws en van uitspraken die in andere talen uit die tijd over de joodse godsdienst werden gedaan is “jahwe(h)” of misschien “ja(h)” de meest waarschijnlijke uitspraak.
  5. Shaddai, ‘de Almachtige’
    Dit is een andere naam van God en wordt vaak met Almachtige vertaald, vooral in het boek Job (Job 6:4, Job 6:14; Psalmen 68:14). Shaddai was de naam waarmee Hij vooral bekend was bij de aartsvaders, als El Shaddai, God almachtig (Éxodus 6:3). Dit vers wil niet zeggen dat de aartsvaders niet van de naam van Jehovah hadden gehoord, maar zij kenden God niet onder de naam Jehovah.
  6. Elyon, ‘de Allerhoogste’
    Dit is een andere naam van God (Deuteronomium 32:8).
  7. Adon en Adonai, en het meervoud Adonim, worden allemaal vertaald met ‘Heer’ (Richteren 6:15).

Zoekterm

God


Vertalingen

Engels: God

Duits: Gott

Hebreeuws:  אֱלֹהִים

Grieks:  θεός


Betekenis

van Dale

I

  1. (bij monotheïsten) het Opperwezen, de Schepper, de Geest waardoor en waarin alles is, m.n. het opperwezen van joden en christenen
  2. (vooral bij katholieken vaak) Christus

II

  • soortnaam voor een bovenmenselijk, machtig en aanbiddelijk wezen, die vooral gebruikt wordt als eigennaam voor de god van Israël. In het Hebr. Elohiem. (Gen. 1:1)

Strong  (via The Word)

H430 אֱלֹהִים ‘elohiym (el-o-heem’) n-m.
אֱלֹהֵי ‘elohiy (el-o-hee’) [alternate plural]

  1. (literally) supreme ones.
  2. (hence, in the ordinary sense) gods.
  3. (specifically, in the plural, especially with the article) the Supreme God (i.e. the all supreme).
  4. (sometimes) supreme, used as a superlative.
  5. (occasionally, by way of deference) supreme magistrates, the highest magistrates of the land.
  6. (also) the supreme angels (entities of unspecified type).

KJV: angels, X exceeding, God (gods)(-dess, -ly), X (very) great, judges, X mighty.
Root(s): H433
Compare: H5945, H7706, H8199, H4397

G2316 θεός theos (the-os’) n.

  1. (properly, in Greek) a god or deity. a supernatural, powerful entity (real or imagined).
  2. (by Hebraism, especially with G3588) God, the Supreme Being, the Creator, the God of Abraham, Isaac, and Jacob, Yahweh by name.
  3. (figuratively) a supreme magistrate (in the land).

KJV: X exceeding, God, god(-ly, -ward)
See also: G2304, G2299, G3588, H430


Typologie

Geen duidelijke typologische betekenis bekend.


Bijbelverzen

De naam God komt in 2563 bijbelverzen voor.