Een getal is vaak meer dan de aanduiding van een hoeveelheid. Getallen zijn dikwijls veelzeggend. Zo spreekt het aantal van 12 leerlingen van Jezus over de 12 stamhoofden van Israël (Luc. 22:3), zoals ook dat van de 12 stenen van het altaar (1 Kon. 18:31) of van de borstlap van de priester (Ex. 28:21). Men zou kunnen spreken van de symbolische of méér waarde van getallen als de vier, de zeven, de acht, de twaalf, de veertig of de zeventig. Openb. 13:18 en 15:2 spreken van het getal van een mens, d.w.z. het getal van zijn naam. Elke hebreeuwse of Griekse letter heeft een cijferwaarde. Zo kan een getal (bv. 666) een naam aanduiden.