Omhulling, mysterie, iets wat voor de gewone kennis ontoegankelijk is. Job acht het onmogelijk de geheimen van God te doorgronden (11:7). Maar Hij kent wel het verborgene van het menselijk hart (Ps. 44:22). Het verborgen wezen van God, Zijn beraad, is niet te doorgronden. Mensen moeten zich daar niet mee bezighouden, maar daarentegen acht slaan op Zijn ge-openbaarde woorden, al wordt Daniël een verborgenheid’ in een nachtgezicht onthuld (Dan. 2:19; vgl. Ps. 49:5; Deut. 29:29).
In de evangeliën horen we van de geheimen van het Koninkrijk van God, de messianiteit van Jezus en zijn opdracht, waarvan de discipelen op de hoogte zijn (Matt. 13:11).
Paulus wijst naar de verborgen bedoelingen van God (Rom. 11:25; 1 Kor. 15:51), die in Christus openbaar zijn geworden (Ef. 1:9; 3:3; 1 Tim. 3:16).