Goede tijding, blijde boodschap. Een Grieks woord dat we bv. in de Griekse vertaling van Jes. 40:9 vv aantreffen. Jeruzalem wordt hier opgeroepen te ‘evangeliseren’, een goede tijding te brengen, nl. dat God komt en dat Zijn heerschappij openbaar wordt. Dit is de achtergrond van het begrip evangelie in het n.t., de verkondiging van het Koninkrijk Gods dat met de komst van de Messias is aangebroken (Matt. 11:5; Lue. 4:21). Paulus spreekt van het evangelie van de Christus als over de boodschap van verzoening en bevrijding door de dood en opstanding van Jezus (Rom. 1:9; 2Kor. 2:12; Gal. 1:7). Later wordt ook het geschreven verhaal evangelie genoemd. Daarom kan men ook van vier evangeliën spreken, nl. dat van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes (vgl. bv. Marcus 1:1; Luc. 1:3).