De ommuurde woonplaatsen zijn steden en de niet-ommuurde heten dorpen (Lev. 25:29, 31). Dorpen met hun akkerland horen vaak tot het verzorgingsgebied van een stad, onder welks bescherming men stond (Joz. 13:23, 28; 15:32; 1 Kron. 6:56). Ze werden wel zijn ‘dochters’ genoemd (Joz. 17:11; Richt. 11:26). In het n.t. zijn bekend het dorp Emmaüs (Luc. 24:13) en het dorp van Maria en Marta, Betanië (Joh. 11:1).