Betekenis
De betekenisnuances van het werkwoord dienen, vinden wij terug in het zelfstandig naamwoord dienst. We moeten eraan toevoegen dat er ook sprake is van de dienst van profeten (1 Sam. 28:17; Ezra 9:11; Neh. 9:30; Jer. 37:2, etc.). Daarmee wordt bedoeld hun spreken in Naam van de HEER, de openbaring van Zijn wil. Heel vaak wordt verwezen naar de dienst van de grootste van allen, Mozes: door de dienst van Mozes gaf Hij zijn wetten en verordeningen, zijn tora (Num. 4:37; Joz. 14:12; Richt. 3:4; 1 Kon. 8:53, 56, etc.).
D