Over vrouwen die van vreugde dansen bij de viering van een overwinning spreken de verhalen over de doortocht door de Schelfzee (Ex. 15:20), de dochter van Jefta (Richt. 11:34) en Davids strijd tegen de Filistijnen (1 Sam. 18). Dansend lopen mannen vóór de ark des Heren als deze naar Jeruzalem wordt gebracht (2 Sam. 6:5, 14). Op het oogstfeest is er gedanst in wijngaarden (Richt. 21:19-23) en in de Baals-dienst wordt rond het altaar gedanst (in afkeurende zin: gesprongen, gehinkt, 1 Kon. 18:26). De dans van Salome is de aanleiding tot de moord op Johannes de Doper (Matt. 11:17). Bekend is de vreugdedans in de synagoge op het feest ‘vreugde der wet’.