Dankzegging


In de gebeden onderscheidt Paulus smekingen, voorbeden en dankzeggingen (1 Tim. 2:1). Met het verhaal van Jezus de Messias in gedachten zal men voor alles en te allen tijde danken (Ef. 5:20). In het bijzonder dankt de gemeente bij de maaltijd. ‘Gij zult eten en verzadigd worden en de HEER, uw God prijzen om het goede land, dat Hij u gaf’ (Deut. 8:10; vgl. Matt. 15:36; Joh. 6:11; Hand. 27:35; 1 Tim.4:4). Het Griekse woord voor dankzegging ‘eucharistie’ is de benaming van het avondmaal geworden (1 Kor. 10:16).