Amos


Eigennaam ♂

Betekenis: Last – beladen – die gedragen wordt

Boerenprofeet uit Tekoa die Israël, diens nabuurlanden en Jerobeam II vermaande in Betel, Gilgal en Samaria, ± 760 v. Chr. Hij klaagt over weelde en hoogmoed, sociaal onrecht en de tempeldienst. ‘Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek.’ (Amos 5:24). Zijn woorden zijn bewaard in het boek Amos, het tweede van de 12 zg. ‘kleine’ profeten.

Bijbelverzen:

2 Kronieken 26:22, Amos 1:1, Amos 7:8, Amos 7:10, Amos 7:11, Amos 7:12, Amos 7:14, Amos 8:2, Lukas 3:25