Harmonie der Evangeliën

Harmonie der evangeliën is het resultaat van een poging om de verzen van de vier Evangeliën met elkaar in overeenstemming te brengen en in tijdsvolgorde te plaatsen. Onderstaand schema is een hulpmiddel om een gebeurtenis in één of meer van de vier Evangeliën te plaatsen in chronologisch verband.

Mattheüs Marcus Lukas Johannes Gebeurtenissen
I. De geschiedenis van Jezus’ geboorte en jeugd.
Tijdvak van ruim 12 jaar.
Luc. 1:1-4 Lucas’ voorrede.
Luc. 1:5-25 Aankondiging van de geboorte van Jezus’ voorloper
Luc. 1:26-38 Aankondiging van Jezus’ geboorte aan Maria
Luc. 1:39-56 Bezoek van Maria bij Elizabeth
Mat. 1:18-25 Aankondiging van Jezus’ geboorte aan Jozef
Luc. 1:57-79 Geboorte en besnijdenis van Johannes de Doper.
Joh. 1:1-18 Goddelijke afkomst van Jezus.
Mat. 1:1-17 Luc. 3:23-38 Menselijke afkomst van Jezus
Luc. 2:1-21 Geboorte en besnijdenis van Jezus
Luc. 1:80 Jeugd van Johannes
Luc. 2:22-39 Voorstelling van Jezus in de tempel
Luc. 2:40 Eerste ontwikkeling van Jezus
Mat. 2 Bezoek van de wijzen uit het Oosten en vlucht naar Egypte
Luc. 2:41-51 De 12-jarige Jezus in de tempel
Luc. 2:52 Verdere ontwikkeling van Jezus
II. Optreden en werkzaamheid van Johannes, en Christus’ aanvaarding van Zijn ambt.
Tijdvak van ruim 1 jaar.
Mat. 3:1-10 Mar. 1:1-5 Luc. 3:1-14 Optreden van de voorloper.
Mat. 3:13-17 Mar. 1:9-11 Luc. 3:21-22 Doop van Jezus
Mat. 4:1-11 Mar. 1:12-13 Luc. 4:1-13 Verzoeking van Jezus in de woestijn
Mat. 3:11,12 Mar. 1:6-8 Luc. 3:15-17 Joh. 1:19-34 Inleiding van Jezus in Zijn ambt door Johannes
Joh. 1:35-52 Jezus’ eerste discipelen
Joh. 2:1-11 Jezus’ eerste wonder te Kana in Galilea. Terugreis naar Jerusalem
Joh. 2:12-22 Jezus’ eerste daad van tucht (tempelreiniging)
Joh. 2:23-25 Jezus op het pascha in Jeruzalem. Velen geloven in Hem om zijn tekenen.
Joh. 3:1-21 Gesprek met Nikodemus
Luc. 3:18-20 Joh. 3:22-36 Ook Jezus doopt. Johannes’ laatste getuigenis aangaande Jezus. Zijn gevangenneming
III: Eerste hoofdwerkzaamheid van Jezus in Galilea.
Van de vestiging van Jezus te Kapernaüm tot het daaropvolgende Pinksterfeest: ½ jaar.
Mat. 4:12 Mar. 1:14 Luc. 4:14 Joh. 4:1-42 Terugreis naar Galilea. – Gesprek met een Samaritaanse vrouw.
Mat. 4:13-16 Mar. 1:14, 21 Luc. 4:14, 31 Joh. 4:43-54 Jezus’ onthaal in Galilea. Genezing van de zoon van een hoveling. Vestiging in Kapernaüm.
Mat. 4:17 Mar. 1:14, 14, 21-28 Luc. 4:15,
31-57
Begin van het leraarsambt in Galilea. Jezus in de synagoge te Kapernaüm, drijft een onreine geest uit.
Mat. 8:14-15 Mar. 1:29-31 Luc. 4:38-39 Simons schoonmoeder te Kapernaüm van de koorts genezen.
Mat. 8:16-17 Mar. 1:32-34 Luc. 4:40-41 De avond van de eerste dag te Kapernaüm
Mat. 4:18-23 Mar. 1:16-20, 35-39 Luc. 4:42-44; 5:1-11 Jezus’ rondreis in Galilea. Wonderdadige visvangst. Roeping van apostelen aan de zee.
Mat. 9:1-8 Mar. 2:1-12 Luc. 5:17-26 Jezus weer te Kapernaüm, vergeeft en geneest een verlamde.
Mat. 9:9-13 Mar. 2:13-17 Luc. 5:27-32 Roeping van Levi tot discipel en apostel. Vraag waarom Jezus en zijn discipelen eten met de tollenaars en zondaars.
Mat. 9:14-17 Mar. 2:18-22 Luc. 5:33-39 Over het vasten. Gelijkenis over het nieuwe en oude.
Mat. 9:18-26 Mar. 5:22-43 Luc. 8:41-56 Jezus wekt het dochtertje van Jaïrus op en geneest een vrouw.
Mat. 9:27-34 Jezus maakt twee blinden ziende, en een stomme, die bezeten is, sprekende.
Mat. 12:1-8 Mar. 2:23-28 Luc. 6:1-5 Vraag over het plukken van korenaren op de sabbatdag.
Mat. 12:9-14 Mar. 3:1-6 Luc. 6:6-11 Genezing van een verschrompelde hand op de sabbatdag.
Mat. 12:15-21;
4:24-25;
10:2-4
Mar. 3:7-19 Luc. 6:12-19 Jezus blijft de nacht over op de berg. Keuze van de twaalf apostelen.
Mat. 5-7 Luc. 6:20-49 Bergrede.
Mat. 8:1-4 Mar.1:40-45 Luc. 5:12-16 Genezing van een melaatse bij het afkomen van de berg.
Mat. 8:5-14 Luc. 7:1-10 Genezing van een geraakte knecht van een hoofdman
Afd. IV. Verdere werkzaamheden van Jezus in Galilea. Tijdvak: van Pinksteren tot aan de verheerlijking: 1 jaar.
Mat. 11:1-19 Luc. 7:11-35 Joh. 5:1 Reis naar Jeruzalem tot het Pinksterfeest, daarbij o.a. opwekking van een jongeling en ontvangst van een gezantschap van de Doper.
Joh. 5:2-47 Jezus op het Pinksterfeest te Jeruzalem; genezing van een 38-jarige zieke
Luc. 7:36-60 Jezus en de zondares in het huis van de Farizeïr (na Zijn terugkomst van het Pinksterfeest).
Luc. 8:1-3 Jezus op een nieuwe rondreis door Galilea; vrouwen vergezellen Hem.
Mat. 12:22-29 Mar. 3:20-27 Jezus weer thuis. Genezing van een bezetene, die blind en stom was.
Mat. 12:30-37 Mar. 3:28-30 Luc. 11:14-28 Gesprek over Beëlzebul en lering over de zonde tegen de Heilige Geest.
Mat. 12:38-42 Luc. 11:29-36 Gesprek over het Jonateken
Mat. 12:46-50 Mar. 3:31-35 Luc. 8:19-21 De moeder en broeders van Jezus
Mat. 13:1-52 Mar. 4:1-34 Luc. 8:4-18; 13:18-21 Jezus leert bij de zee door zeven gelijkenissen.
Mat. 8:18-27 Mar. 4:35-41 Luc. 8:22-25; 9:57-62 De vaart op de zee; de volgers; de storm gestild.
Mat. 8:28-34 Mar. 5:1-20 Luc. 8:26-39 De bezetenen in het land der Gergesenen genezen
Mat. 13:53-58 Mar. 6:1-6 Luc. 4:16-30 Jezus te Nazareth, uit de stad gedreven.
Mat. 14:1-12;
9:35-38
Mar. 6:14-29 Luc. 3:19-20; 9:7-9 Jezus andermaal op een rondreis door Galilea.
Mat. 10 Marc. 6:7-13 Luc. 9:1-6 Uitzending van de Twaalven en hun reis.
Mat. 14:13-36 Marc. 6:30-56 Luc. 9:10-17 Joh. 6:1-21 Spijziging van de vijfduizend; terugvaart over de zee; Petrus op de zee.
Joh. 6:22-71 Redevoering over het ware voedsel.
Mat. 15:1-20 Marc. 7:1-23 Gesprek over reinigingen en overleveringen.
Mat. 15:21-28 Marc. 7:24-30 Jezus binnen. de grenzen van Tyrus en Sidon. De Kananese vrouw.
Mat. 15:29-39 Marc. 7:31-8:10 Jezus wederom aan de overzijde van de zee. Genezingen. Spijziging van de vierduizend.
Mat. 16 Marc. 8:11-9:1 Luc. 9:18-27 Jezus’ overvaart naar deze zijde, maar weer spoedige terugkering. Genezing van een blinde. Belijdenis van Petrus. Vertrek tot naar Cesarea Filippi. Eerste aankondiging van Zijn lijden.
V. Jezus’ laatste werkzaamheid in Galilea.
Tijdvak: van de verheerlijking tot het Loofhuttenfeest: bijna ½ jaar.
Mat. 17:1-13 Mar. 9:2-13 Luc. 9:28-36 De verheerlijking van Jezus op de berg.
Mat. 17:14-21 Mar. 9:14-29 Luc. 9:37-43 Terugkeer naar Kaperna�m. Genezing van een jeugdig bezetene.
Mat. 17:22-23 Mar. 9:30-32 Luc. 9:43-45 Tweede lijdensaankondiging.
Mat. 17:24-27 Tempelschatting. De stater in de bek van de vis.
Mat. 18:1-35 Mar. 9:33-50 Luc. 9:46-50 Redevoeringen en gesprekken in Kapernaüm.
Luc. 9:51-56 Joh. 7:1 Pinksterreis. Het onherbergzame vlek der Samaritanen.
Mat. 11:20-30 Luc. 10:1-24 Uitzending en terugkeer van de Zeventigen.
Luc. 10:25-37 De wetgeleerde.
Luc. 10:38-42 Aankomst en bezoek in Bethanië
Luc. 11:1-13 Jezus’ terugkeer uit Jeruzalem. Gesprek over het bidden.
Luc. 11:37-54 Jezus, aan tafel bij een Farizeeër houdt een strafrede.
Luc. 12:13-34 Jezus waarschuwt voor het zuurdeeg van de Farizeeërs tegen gierigheid en bezorgdheid.
Luc. 12:35-53 Vermaning tot waakzaamheid en getrouwheid.
Luc. 12:54-59 Over de tekenen der tijden.
Luc. 13:1-9 De moord, door Pilatus gepleegd. Gesprek daarover .
Luc. 13:10-21 Genezing van de vrouw die 18 jaren kromgebogen was geweest, op sabbat.
Luc. 13:22-35 Jezus’ afreis uit Galilea naar Jeruzalem (vs. 22v); laatste werkzaamheid in Galilea. Over behouden worden of verloren gaan (23-30). Herodes Antipas wil Jezus doden (31-33). Weeklacht over Jeruzalen (34-35).
Luc. 14:1-24 Een waterzuchtige op de sabbat genezen in het huis van een overste der farizeeën. Een les voor de gasten en de gastheer.
Luc. 14:25-35 Over het volgen van de Heer.
Luc. 15 Drie gelijkenissen van het verlorene (schaap, penning, zoon)
Luc. 16 Twee gelijkenissen over het gebruik van de  rijkdom en aardse goederen (rentmeester, rijke man en Lazarus).
Luc. 17:1-10 Over de struikelblokken, enz.
Luc. 17:11-19 De tien melaatsen.
Luc. 17:20-37 Over de toekomst van het Koninkrijk Gods.
Luc. 18:1-14 Gelijkenissen over het bidden (de onrechtvaardige rechter; de Farize�er en de tollenaar).
VI. Jezus’ hoofdwerkzaamheid in Jeruzalem en Judea.
Tijd: van het Loofhuttenfeest tot de Lijdensweek: ruim ½ jaar.
Joh. 7:2-53 Loofhuttenfeest. Twist over Jezus.
Joh. 8 Der Joden huichelarij, ongeloof en dienstbaarheid onder de zonde.
Joh. 8:1-11 De overspelige vrouw
Joh. 9 Genezing van de blindgeborene.
Joh. 10 De goede Herder. Feest van de vernieuwing van de tempel.
Joh. 11:1-44 Opwekking van Lazarus.
Joh. 11:45-53 Het plan om Jezus te doden. Van die dag af beraadslaging om Hem te doden.
Joh. 11:54-57 Jezus verwijdert zich naar Efraïm. Jezus gezocht.
Mat. 19:1-12 Mar. 10:1-12 Terugtocht naar Jeruzalem. Gesprekken over echtscheiding, enz. Plaats: Judea / Overjordaanse.
Mat. 19:13-15 Mar. 10:13-15 Luc. 18:15-17 Jezus zegent de kinderen.
Mat. 19:16-26 Mar. 10:17-27 Luc. 18:18-27 De rijke jongeling, die zalig wil worden.
Mat. 19:27-30 Mar. 10:28-31 Luc. 18:28-30 De loon van de volgelingen en dienaars

van Jezus.

Mat. 20:1-16 Gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard.
Mat. 20:17-19 Mar. 10:32-34 Luc. 18:31-34 Jezus bereidt Zijn discipelen opnieuw op Zijn aanstaand lijden voor.
Mat. 20:20-28 Mar. 10:35-45 Het verzoek van de zonen van Zebedeüs.
Mat. 20:29-34 Mar. 10:46-52 Luc. 18:35-43 De genezing van twee blinden bij Jericho. Lukas vermeldt de genezing van één van hen.
Luc. 19:1-10 Ontmoeting met Zacheüs in Jericho.
Luc. 19:11-27 Gelijkenis van de tien ponden (nabij Jeruzalem)
Joh. 12:1 Jezus komt in Bethanië, zes dagen vóór het pascha
Afd. VII. Jezus’ laatste werkzaamheid in Jeruzalem.
De Lijdensweek.
Mat. 21:1-11 Mar. 11:1-11 Luc. 19:28-44 Joh. 12:12-19 ZONDAG. Jezus’ intocht in Jeruzalem.
Joh. 12:20-50 Enige Grieken wensen Jezus te zien.
Mat. 21:18-22 Mar. 11:12-14 MAANDAG. De onvruchtbare vijgenboom vervloekt.
Mat. 21:12-17 Mar. 11:15-19 Luc. 19:45-48 De tempelreiniging.
Mar. 11:20-26 DINSDAG. De les van de verdorde vijgenboom
Mat. 21:23-27 Mar. 11:27-33 Luc. 20:1-8 Jezus’ gezag in twijfel getrokken.
Mat. 21:28-32 Gelijkenis van de twee zonen.
Mat. 21:33-46 Mar. 12:1-12 Luc. 20:9-19 Gelijkenis van de verhuurde wijngaard.
Mat. 22:1-14 Gelijkenis van het bruiloftskleed.
Mat. 22:15-46 Mar. 12:13-37 Luc. 20:20-44 Strikvraag van Farizeeën en Herodianen over het betalen van de keizerlijke belasting. Andere vragen.
Mat. 23 Mar. 12:38-40 Luc. 20:45-47 De Farizeeërs en Schriftgeleerden beschuldigd en bedreigd.
Mar. 12:41-44 Luc. 21:1-4 De gift van de arme weduwe in de schatkist van de tempel.
Mat. 24 Mar. 13 Luc. 21:5-38 Voorzegging van de verwoesting van Jeruzalem.
Mat. 25 Gelijkenis van de tien maagden en van de talenten; oordeel der volkeren.
Mat. 26:1-5 Mar. 14:1-2 Luc. 22:1-2 WOENSDAG. De overpriesters en de Schriftgeleerden beraadslagen tegen Jezus
Mat. 26:6-13 Mar. 14:3-9 Joh. 12:1-11 Avondmaal te Bethanië. Maria zalft Jezus met zeer kostbare balsem.
Mat. 26:14-16 Mar. 14:10-11 Luc. 22:3-6 Judas gaat naar de priesters om Jezus te verraden.
Mat. 26:17-19 Mar. 14:12-16 Luc. 22:7-13 DONDERDAG. Toebereidselen tot de Paasmaaltijd.
Joh. 13 Jezus wast de voeten van zijn apostelen.
Mat. 26:20-30 Mar. 14:17-26 Luc. 22:14-20 Instelling van het avondmaal.
Joh. 14-16 Troostrijke gesprekken van Jezus.
Joh. 17 Christus’ hogepriesterlijk gebed.
Mat. 26:31-35 Mar. 14:27-31 Luc. 22:21-39 Jezus waarschuwt Zijn discipelen.
Mat. 26:36-46 Mar. 14:32-42 Luc. 22:4-46 Joh. 18:1-2 Jezus in de hof van Gethsémané.
Mat. 26:47-56 Mar. 14:43-50 Luc. 22:47-53 Joh. 18:3-11 Gevangenneming van Jezus.
Mar. 14:51-52 Een jongeman wordt gegrepen, maar ontvlucht.
Mat. 26:56-68 Mar. 14:53-65 Luc. 22:54, 63-65 Joh. 18:12-24 Jezus in het verhoor.
Mat. 26:69-75 Mar. 14:66-72 Luc. 22:55-62 Joh. 18:17-27 Petrus’ verloochening.
Mat. 27:1-23 Mar. 15:1-14 Luc. 23:1-23 Joh. 18:28-38 VRIJDAG. Jezus voor het Sanhedrin, Pilatus en Herodes.
Mat. 27:24-30 Mar. 15:15-19 Luc. 23:24-25 Joh. 18:39-40;
19:1-16
Jezus door Pilatus overgeleverd.
Mat. 27:3-10 Verschrikkelijke zelfmoord van Judas.
Mat. 27:31-56 Mar. 15:20-41 Luc. 23:26-49 Joh. 19:17-37 Kruisiging van Jezus.
Mat. 27:57-61 Mar. 15:42-47 Luc. 23:50-56 Joh. 19:38-42 Begraving van Jezus.
Afd. VIII. Van de opstanding tot aan de hemelvaart van  Jezus.
Duur: 40 dagen; Hand. 1:3.
Mat. 28:1-8 Mar. 16:1-8 Luc. 24:1-12 Joh. 20:1-10 ZONDAG. Opstanding van Jezus.
Mat. 28:11-15 Mar. 16:9-14 Luc. 24:13-49 Joh. 20:11-20 Jezus’ verschijning aan Zijn discipelen.
Joh. 21 Zijn verschijning bij de zee van Tiberias, en Zijn gesprek met Petrus.
Mat. 28:16-20 Mar. 16:15-20 Luc. 24:49-53 Jezus geeft bevelen aan Zijn discipelen, en vaart ten hemel.

Bron

T.M. Looman, Gids voor den Bijbellezer. Nijkerk: G.F. Callenbach, 1913. Achtste druk, herzien door K. Wielemaker. De ‘overeenstemming der vier Evangeliën’ op blz. 134-139 is op 22 feb. 2013 opgenomen.

De teksten op deze pagina zijn ongewijzigd overgenomen van Christipedia.nl