Categorie: K woorden

  • Korban

    Offer (Lev. 1:2, Num. 7:3). Als Jezus over een korban spreekt (Markus 7:11) gaat het over een gelofte-geschenk dat aan de tempel wordt toegezegd. Zulk een korban kan een manier zijn om te ontkomen aan de plicht ouders te eren en te verzorgen (Ex. 20:12).

  • Kores

    Herder, of: zon, bekend als Cyrus II, de vorst van de Meden en de Perzen, die door God werd geroepen de vijanden van Israël te verslaan en de terugkeer der Joden uit hun ballingschap te bewerkstelligen in 538 v. Chr. (Jes. 44:28; 45:1; Ezra 1:1 w). Hij wordt herder van God en zelfs Zijn gezalfde, Messias, genoemd (Jes. 45:1).

  • Korinthe

    Grote handels- en havenstad in Griekenland tussen de Pelopon-nesus en Attica. Hand. 18 vertelt van het bezoek van de apostel Paulus aan deze stad en van zijn prediking gedurende 1 1/2 jaar. Hij werd er voor de rechter Gallio gesleept. Later heeft de apostel zijn brieven aan de Korintiërs geschreven.

  • Kracht

    Gr. o.a. dunamis. Kracht is lichaamskracht (Gen. 31:6; Deut. 34:7; Joz. 14:11; Richt. 16:5), militaire kracht (Deut. 32:36; Joz. 17:17; 2 Sam. 22:40), levenskracht (Ps. 138:3), mannelijke potentie (Gen. 49:3; Ps. 105:36), ademkracht (Ps. 29:4; Jes. 40:9; Jona 3:8). Een oude uitleg van het gebod: ‘Heb God lief met al uw kracht’, luidt: ‘dien Hem met uw vermogen, uw bezit’ (Deut. 6:5). Kracht is hier dus financieel, economisch potentieel. Ook God heeft kracht, barm, rechterhand, de kracht waardoor Hij de aarde schiep (Ps. 65:7; Jes. 44:24; Jer. 10:12), de kinderen Israëls bevrijdde (Ex. 15:13; Deut. 4:37; Neh. 1:10), reddend optreedt (Ps. 78:4; 111:6; 147:3-7; Jes. 40:10; 50:2). Het is de kracht van Zijn woord (Jes. 40:26) en Zijn Geest (Ps. 147:5; Dan. 2:20; Mi. 3:8; 5:3). Deze Geest is anders als de lichaamskracht of het geweld van mensen (Zach. 4:6; vgl. Pred. 9:16). Als in Spr. 24:5 over de kracht van wijsheid, geestkracht gesproken wordt dan is dat een aspect van menselijke energie, dat in het n.t. herhaaldelijk bedoeld wordt. Johannes werkt in de geest en de (geest-) kracht van Elia (Luc. 1:17), Stefanus was een man vol van genade en kracht (Hand. 6:8). Het gaat over de kracht van God, die zich openbaart bij de geboorte van Jezus (Luc. 1:35), in Zijn werk en woord (Mare. 5:30; Luc. 24:49) en in Zijn opstanding (Rom. 1:4). Door het woord wordt deze kracht overgedragen (Rom. 1:16; 1 Kor. 1:18). Zij is die van de H. Geest (Luc. 4:14; 1 Kor. 2:4). De ‘krachten’, die geschieden, zijn de tekenen en wonderen (Matt. 11:21; Rom. 15:19; 2 Kor. 12:12). Zij zijn sterker dan de verzelfstandigde, kosmische krachtcentra, de ster-goden die de wereld zouden beheersen (1 Kor. 15:24; Ef. 1:19 w; 1 Petr. 3:22). De opgestane Christus is de goddelijke levenskracht (1 Kor. 6:14; Fil. 3:10). Van God zijn ‘het koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid’ (Matt. 6:13).

  • Kreta

    Keretieten, het Griekse eiland dat Kaftor zou hebben geheten (Deut. 2:23; Jer. 47:4; Am. 9:7), waar de medewerker van Paulus, Titus werkte (Tit. 1:5). In Tit. 1:12 wordt een negatief oordeel over Kretenzers gegeven. Joden van Kreta waren ook op het Pinksterfeest, waarvan Hand. 2 vertelt, aanwezig.

  • Kribbe

    De ruif voor de paarden (1 Kon. 4:26), de voederbak van de os en de ezel (Spr. 14:4; Jes. 1:3). De vermelding van deze dieren in Jes. 1 voert hen ook binnen in de legenden rond het kerstverhaal. In Luc. 2:12 is de kribbe de wieg van het kind Jezus.