Juda – Hebr. Jehoeda = lofprijzing (vgl. Gen. 29:35). De 4e zoon van Jakob en Len (Gen. 35:22; Matt. 1:3), één van de 12 stammen van Israël (Richt. 1:3; Joz. 7:16), waartoe...
Duif, Gr. Jonas, naam van de profeet in de tijd van Jerobeam II (2 Kon. 14:25) en van de onwillige getuige in Ninevé in het boekje Jona. Zijn redding uit de buik...
Trekdieren worden door een houten balkje met gaten aan elkaar verbonden (Jes. 58:6; Jer. 27:2; 30:8). Een span runderen heet dan ook een juk runderen (1 Kon. 19:19 v; Job. 1:3; Luc....
De HEER is vrijgevig, leider van de Rechabieten, die volgens Jeremia 35 wilden leven als hun voorouders in de woestijn, in tenten. Zij wilden geen boer zijn en dronken geen wijn.