Categorie: B woorden

  • Beroemen

    (zich) Beroemen – De waarschuwing zich niet te beroemen op eigen prestatie of vermogen is een vermaning zich niet te vergroten en God te verkleinen. Men beroeme zich niet op zijn leger (Ps. 20:8), rijkdommen (Ps. 49:7), afgoden (Ps. 97:7), de wet (Rom. 2:23), mensen (1 Kor. 3:21), maar alleen op God (1 Kron. 16:10; Ps. 105:3; Jer. 4:2). ‘Zal een bijl roemen tegen hem, die ermee hakt?’ (Jes. 10:15). De zelfverheffing van de christelijke gemeente boven Israël, is een oerzonde der kerk (Rom. 11:18).

  • Beerven

    Erfenis door de dood van de bezitter, staat in de bijbel geheel op de achtergrond. Het werkwoord wordt gebruikt om de gedachte aan het niet-verdiende, het geschenk, te onderstrepen. Zo beërft Israël het land (Deut. 1:38; Joz. 1:6); later zijn het de ootmoedigen, zachtmoedigen, die den HEER verwachten die het land beërven (Ps. 37:9, 11; Matt. 5:5). De rechtvaardigen ontvangen het geluk (Spr. 28:10), het Koninkrijk (Matt. 25:34) of het eeuwig leven (Mare. 10:17; 1 Kor. 6:9).