Categorie: B woorden

  • Broeder

    Broeders zijn jongens die dezelfde ouders, of dezelfde vader of dezelfde moeder hebben (Gen. 4:2; 20:13), of ook wel eikaars neef zijn (Gen. 13:8). In ruimere zin is de broeder de volksgenoot (Ex. 2:11; Lev. 19:17; Deut. 15:2; Hand. 2:29), ook wel de vriend of collega (zelfs als deze tot een ander volk behoort, 2 Sam. 1:26; 1 Kon. 20:32; Neh. 3:1). Van een ‘broeder in de nood’ lezen we in Spr. 17:17. In de christelijke gemeente is Jezus ‘de eerstgeborene onder veel broeders’ (Rom. 8:29; vgl. Hebr. 2:12) en allen, die Gods wil doen, zijn zijn broeders en zusters (Mare. 3:34). Zo worden ook de leden der gemeente genoemd (Rom. 16:1; 1 Kor. 7:15; 1 Tim. 5:22).

  • Bloedwreker

    Het verlies van leven van een stam of familie kan alleen gecompenseerd worden door bloed of leven van de moordenaar of diens clan. Bloedwraak is een oule vorm van vergelding (Gen. 9:5 v; Richt. 8:18 w; 2 Sam. 3:27; vgl. Gen. 4:23 v), in het bijzonder waar staatsgezag en onpartijdige rechtspraak onvoldoende functioneren. Maar i.p.v. een rem op geweldpleging is de bloedwraak vaak een ongebreidelde aaneenschakeling van moordpartijen over en weer. Een beperking van het instituut van de bloedwraak is de instelling van vrijsteden (Ex. 21:12 v; Deut. 19:4 w) en de individualisering van de bloedschuld: ‘Een ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden’ (Deut. 24:16; 2 Kon. 14:5). En in het algemeen het optreden van rechters, die het kwaad weg moeten doen volgens de regel: ‘leven om leven, oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet’ (Deut. 19:21).