Bed

Het ‘bed’ was een matras of slaapmat (1 Sam. 19:15; Jes. 28:20; Luc. 11:7). In het bijzonder de rijken kenden (waarschijnlijk vanuit Egypte) de rustbank, een meubel met vier poten (vgl. Gen....

Bedehuis

Een naam voor de tempel, door Jezus in navolging van Jesaja gebruikt wanneer Hij uit het heiligdom de wisselaars en kooplieden verwijdert (Jes. 56:7; Matt. 21:13).

Bedekken

Het bedekken van naaktheid heeft met schaamte, schroom te maken (Gen. 9:23; Ex. 28:42; Ez. 16:8; Hos. 2:8). Maar wie beschaamd is, bedekt ook zijn hoofd (Jer. 14:3; vgl. Ps. 44; 16)....

Bedelaar

Het zijn vooral de lammen en de blinden, die moeten bedelen. Zij worden samen genoemd (Luc. 14:13-21) Bar-timeüs de blinde bedelaar (Mare. 10:46). De bedelende Lazarus is overdekt met zweren (Luc. 16:20)....

Bedriegen

De ander opzettelijk misleiden, ten eigen voordele. Het bedrog is uitdrukkelijk verboden (Lev. 19:11; Ps. 34:14; 1 Petr. 2:1; 3:10). In het bijzonder een bedriegelijke weegschaal is voor God een gruwel (Spr....