Categorie: Bijbelse Namen

  • Hassub

    H2815 – חַשּׁוּב (chashshûb)

    Eigennaam ♂

    Betekenis:
    Attent – zeer geacht

    Omschrijving

    1. Een bouwer van de muur van Jeruzalem;
    2. Een andere bouwer van de muur met dezelfde naam;
    3. Een van de ondertekenaars van het verbond in de tijd van Nehemia;
    4. Een Levitisch, zoon van Azrikam, uit de lijn van Merari. In de Statenvertaling wordt hij in 1 Kronieken 9:14 Hasub benoemd.

    Bijbelverzen

    ot13-9:14 1 Kronieken 9:14 , ot16-3:11 Nehémia 3:11 , ot16-3:23 Nehémia 3:23 , ot16-10:23 Nehémia 10:23 , ot16-11:15 Nehémia 11:15 ,

  • Hasra

    H2641 – חַסְרָה (chasrâh)

    Eigennaam ♂

    Betekenis:
    Armoede – arm – behoeftig

    Omschrijving

    De echtgenoot van de profetes Hulda. Hij war de “bewaarder van de kleerkast”, dat wil zeggen van de priestergewaden.

    Bijbelverzen

    ot14-34:22 2 Kronieken 34:22 ,