Categorie: Volwassenen

  • 20 juni

    De Here Jezus werd uit de Heilige Geest (God) en Maria (mens) geboren (Matthéüs 1:20, 21). Hij wordt dan ook door God “Mijn geliefde Zoon” genoemd (Matthéüs 3:17). Je zou dan ook zeggen dat Hij dezelfde macht heeft als God. Maar dit blijkt anders te zijn.

    Filippenzen 2:5-11 zegt dat Jezus Christus zijn goddelijke macht heeft afgelegd. Hij heeft zichzelf leeggemaakt, de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is de mens gelijk geworden. Hij noemt Zichzelf bijna altijd “Zoon des Mensen” (Erfgenaam van Adam). Als mens kon Hij zondigen, de zonde op Zich nemen en sterven. Als God had de Here Jezus dit niet gekund. God kan niet zondigen en niet tot zonde gemaakt worden en Hij kan niet sterven.

    Satan, één van de machtigste engelen, weet dit. Hij probeert de Here Jezus over te halen te zondigen. Bij Adam en Eva was dit ook gelukt en nu probeert hij dit ook bij de Zoon (Erfgenaam) van Adam. Eva zag dat de boom (der kennis des goeds en des kwaads) begeerlijk was om verstandig te maken, en zij at. En Adam at ook. De satan houdt de Here Jezus drie dingen voor, die alle drie verleidelijk en verstandig lijken om aan toe te geven. Lees Matthéüs 4:1-11.

    Als de Here Jezus 40 dagen niet gegeten heeft, zegt de duivel tegen Hem: “Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.” Satan noemt Hem de Zoon van God. Jezus ontkent dit niet. Hij is echter gehoorzaam aan God, Zijn Vader, en Hij spreekt dan ook de Woorden Gods. Hij zegt: “Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.” Hij zegt “de mens” zal, enzovoorts, niet “de Zoon van God zal …”. Hij heeft immers Zijn goddelijke macht afgelegd en is de mens gelijk geworden. Kon Hij dan van stenen brood maken? Ik neem aan van wel, anders had de satan hem dit niet voorgesteld. Maar de Here Jezus gebruikt niet zijn macht, maar is gehoorzaam aan Gods Woord.

    De satan probeert de Here Jezus hierna nog twee keer te verleiden, maar de Heer Jezus blijft gehoorzaam aan het Woord van God. Het Woord dat Hij zo goed kent. Hij bleef gehoorzaam tot in de dood, in de zekerheid dat God Hem uit de dood zou opwekken (Hebreeën 12:2). Jakobus 4:7 zegt: “Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden,” (= vluchten). Dat is overwinning.

  • 25 juni

    Als wij gezag tegenkomen denken wij eigenlijk altijd aan de wet. Of het nu de wetten in ons land zijn of de wet die Mozes aan Israël gaf. En als we denken aan vrijheid, denken wij dat we niets meer met gezag en wet te maken hebben. Niets is minder waar. Wat is wet? Wet is eigenlijk “onderwijs”. En bij onderwijs is het de bedoeling dat je iets leert en dit in de praktijk brengt.

    1 Thessalonicenzen 4:9
    Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gij zelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben.

    De Heere Jezus zegt: “Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb.” (Johannes 15:12; 1 Johannes 3:23). De Heere Jezus geeft het voorbeeld en zegt ons Hem te volgen.

    Door elkaar lief te hebben doen wij wat de wet vraagt (Romeinen 13:8-10). Leven wij dan nog onder de wet? Gelukkig niet! Wij staan niet meer onder het gezag van de wet! Christus heeft hier een eind aan gemaakt. Want wij kunnen de wet niet houden. Daarom hebben wij van Christus, toen wij tot geloof kwamen, een nieuw leven gekregen. Omdat wij Christus willen volgen, die niet meer onder de wet staat, zijn wij ook niet meer onder de wet. De Bijbel noemt dit genade. Romeinen 6:14 zegt: “Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade“. Dit wil zeggen dat wij niet geoordeeld worden en geen straf krijgen als wij de wet overtreden. Die straf heeft Christus al gehad toen Hij stierf aan het kruis voor de zonden voor de hele wereld, dus ook voor jou en mij. Wij zijn niet meer onder het gezag van de wet. Wij zijn nu gekomen onder het gezag van de genade.

    Mogen wij nu maar raak zondigen? “Beslist niet” (Romeinen 6:1-2). Wij hebben genade gekregen omdat wij Christus willen volgen. Daar hoort zonde niet bij. Maar als wij zondigen, vallen wij onder het gezag van “de genade”, dus krijgen wij vergeving (1 Johannes 1:9). God vraagt van ons om deze genade ook aan onze medegelovige te geven als hij tegen ons iets verkeerds doet. Dit heet liefde. Elkaar niet benadelen wordt ook liefde genoemd (Romeinen 13:8-10). Jakobus 2:11-12 noemt dit de wet der vrijheid. Door genade kun je God en de naaste liefhebben en als je onder het gezag van de genade en de liefde kunt leven, dan ben je vrij, echt vrij (Galaten 5:13).