Categorie: Volwassenen

  • 28 februari

    2 Korinthe 5:17
    Zo dan, indien iemand in Christus is die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.

    Dit is niet alleen toekomst, het is ook de dagelijkse realiteit voor iedere gelovige. Er wacht ons een geweldige toekomst, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar alles wat tot de oude schepping behoorde is weggedaan. Maar ook de periode waarin we nu leven, is een heel bijzondere tijd in de heilsgeschiedenis. Wij zijn namelijk de uitzondering op alle andere gelovigen die de nieuwe aarde verwachten. Wij verwachten namelijk een hemelse toekomst, wij zullen met Hem regeren in de toekomst.

    Romeinen 8:17
    Heel de schepping wacht op het openbaar worden van de zonen Gods.

    Als we ons bewust worden van deze geweldige positie zullen we ervaren dat we met Hem in de overwinning staan. Hij is het die ons bekwaam maakt en daardoor zullen we ook leren eventuele moeilijke tijden in ons leven te overwinnen, door steeds opnieuw onze positie weer in te nemen.

    We zijn aan het eind van deze studie over wedergeboorte gekomen. Ik hoop dat het voor jullie duidelijk is geworden wat de Bijbel leert over wederge­boorte. Na een heleboel leerstellige zaken wil ik ook graag wat persoonlijks meegeven. Mijn verlangen is dat jullie ook bewust zullen gaan leven vanuit deze geweldige positie waarin de Heer ons geplaatst heeft. Als je nog geen definitieve keuze hebt gemaakt, is het absoluut de moeite waard om er over na te denken. Ik kan het je van harte aanraden. Ik heb geen spijt gehad van mijn beslissing, om mijn leven in Zijn handen te geven en ben nog steeds vol verwondering als ik zie, hoe Hij mijn leven heeft veranderd. De laatste tekst die ik jullie wil meegeven is:

    Kolossenzen 1:10
    Opdat gij moogt wandelen waardiglijk de Here, tot alle behagelijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in de kennis van God.

  • 02 maart

    Johannes 3:8
    De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een ieder, die uit den Geest geboren is.
    Johannes 3:6
    Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest.

    Twee teksten uit Johannes 3, even in de verkeerde volgorde, voor het gemak. We bespreken nu niet dit hoofdstuk, maar we willen iets over “geest” leren.

    Johannes 3:8 vergelijkt geest met de wind. Wind is een luchtstroom, waarvan je alleen iets merkt wanneer het langskomt. Waar het oorspronkelijk vandaan komt en waar het uiteindelijk heengaat, is onduidelijk. Zelf is het onzichtbaar. Het is er wel, zelfs merkbaar, maar zonder vorm. Je kunt het voelen, maar niet aanraken. Je kunt het niet betasten, vangen of vasthouden.

    De eerste keer dat we iets over geest horen in de Bijbel is in Genesis 1:2. Daar staat over de Geest van God dat hij zweefde op of boven de wateren. Zweven of waaien is ongeveer hetzelfde. De Geest, of gewoon geest, is iets wat we niet kunnen grijpen of begrijpen. Iets wat we niet zien, maar wel merken. Er wel is, maar niet in vaste vorm. We kennen eigenlijk best veel onzichtbare stromen in de wereld om ons heen. Of straling. Elektriciteit, microgolven van de magnetron, gsm. Zo vreemd is geest ook weer niet.

    Als we nog even aan wind terugdenken, dan is er nog iets belangrijks om te noemen. Wind beweegt, brengt dingen in beweging; is soms krachtig, soms zwak, maar staat niet stil. Het werkt iets uit. Zo is het met de Geest van God ook. Want er kan iets uit die Geest geboren worden.

  • 27 februari

    Galaten 4:7
    Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus.

    Zoon in de Bijbel heeft ook de betekenis van erfgenaam, zoals we hier ook zien. Helaas is het woord “huios” het Griekse woord voor zoon niet altijd met zoon vertaald. Op sommige plaatsen is het met kind vertaald, onder andere in Romeinen 8:23: “En niet alleen dit , maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen [dit moet dus vertaald worden met aanstelling tot zonen] namelijk de verlossing van ons lichaam”.

    Kinderen zijn we zolang we in het vlees zijn. Bij de verlossing van ons lichaam of de opname van de Gemeente (deze vallen dus samen), volgt de aanstelling tot zoonschap. Bij deze gelegenheid zal blijken of we ons ook tijdens dit leven als een zoon gedragen hebben en waardig zijn om met Christus te erven. Om een zoon of erfgenaam te worden, is opvoeding daartoe noodzakelijk.

    1 Petrus 1:7
    Opdat de beproeving uws geloofs bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus.

    In vers 6 wordt gesproken over verzoeking. Het verschil tussen verzoeking en beproeving is dat verzoeking niet van God is en er op gericht is om iets stuk te maken. Maar God zet verzoeking om in beproeving en dit is bedoeld als leerproces. Ons geloof wordt getest en het is de bedoeling dat we daardoor sterker worden. Het is ook tot eer van God, omdat het heerlijkheid uitwerkt.

    Romeinen 8:25 zegt dat wij de zoonstelling met lijdzaamheid verwachten. Beproeving of verdrukking werkt lijdzaamheid (= passie) uit. Bereidheid om te lijden en daardoor ervaring op te doen. We maken ook in dit leven zulke keuzes. Je kiest bijvoorbeeld voor een sport. Het gevolg is dan, dat je prioriteiten moet stellen. Je moet soms afzien, maar je gaat ervoor, vanwege het eindresultaat.

  • 04 maart

    Spreken is een geestelijk iets; horen ook. Gods woorden zijn de formulering van Gods gedachten. Onze hersenactiviteit, waarin ideeën en gedachten en plannen ontstaan, is natuurlijk ook geest. Je kunt misschien een frons op het voorhoofd zien of een blik in de ogen, maar de gedachten kun je niet zien. Het is een geestelijk gebeuren. In de hersenen wordt elke activiteit van de mens aangestuurd.
    Nu kun je je waarschijnlijk wel voorstellen dat het heel wat uitmaakt wiens gedachten je leert kennen. Gods gedachten of die van een mens. Ik denk dat we de gedachten van sommige mensen over ons helemaal niet willen weten. Sommige wrede dictators moeten vreselijke gedachten gehad hebben. En moordenaars bijvoorbeeld. Gedachten blijven geestelijke activiteit, maar alles wat geestelijk is, komt niet persé van God. Elke geest is niet persé goed. De Bijbel spreekt ook over boze geesten (Lukas 7:21; Handelingen 19:16).

    Mensen denken en spreken uit hun eigen geestelijke bron. De kern van de mens het levensbeginsel is geest. Lees Genesis 6:17 en Genesis 25:8. Maar ook ons denken, verstand is geest.

    Job 32:8
    Zekerlijk de geest, die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen, maakt henlieden verstandig.
    Spreuken 17:27
    Wie wetenschap weet, houdt zijn woorden in; en een man van verstand is kostelijk van geest.

    Het maakt een groot verschil met welke geest je te maken hebt. De menselijke geest, een boze geest of Gods Geest. De geesteswereld kunnen we niet zien, maar bestaat wel. Engelen zijn ook geesten (Hebreeën 1: 13, 14). Gods tegenstander satan is een engel. Een cherub is een engel (Ezechiël 28:14). “En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts” (2 Korinthe 11 :14).

  • 03 maart

    Geest heeft levenskracht. Uit de Geest kan iets geboren worden (ook in jouw leven: wedergeboorte). Dat God leven geeft, zien we bij het maken van de oude en de nieuwe schepping. God is mannelijk. Zijn levenskracht is verwekkende kracht (Johannes 1:12-13).

    Genesis 2:7
    En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.
    Job 33:4
    De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt.

    Wind is een onzichtbare luchtstroom of geest. Adem is dat ook. Bij alles wat God geschapen heeft, heeft Hij Zijn levenskracht gebruikt (Psalm 104:30, Jesaja 42:5). Soms staat er in de Bijbel bij dat Gods Geest schiep. Of dat Hij Zijn adem ergens in blies, zodat het tot leven kwam. Vaak wordt het overgeslagen en spreekt de Bijbel gewoon van scheppen of maken.

    Als je over het spreken van woorden nadenkt (hoe dat gaat), dan merk je dat je met ademstootjes bezig bent. Stukjes adem worden in de mond door de tong en lippen tot klanken gevormd en onderbroken door medeklinkers. Eigenlijk is gesproken woord ook gewoon geest. Sterker nog, alle geluiden zijn geest. Alle muziek ook. De instrumenten kun je zien, maar het geluid niet. Geluid wordt opgevangen door onze oren. Ook gesproken woorden komen via het oor bij ons binnen.

    Psalm 33:6
    Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.

    Gods Woord is ook geest. De Heere Jezus zei: “De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.” (Johannes 6:63)

  • 08 maart

    Niet bij alle werken staat erbij dat de Geest het deed. Wat er bijvoorbeeld tijdens de woestijntocht van Israël allemaal gebeurde, daar wordt geen enkele keer de Geest van God genoemd. Toch beschrijft de Bijbel het spreken van God en de aanwezigheid van God als activiteit van de Geest.

    Nehemia 9: 19, 20
    (19) Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen. (20) En Gij hebt Uw goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen; en Uw Manna hebt Gij niet geweerd van hun mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst.

    Haggai 2: 4, 5
    (4) Doch nu, wees sterk, gij Zerubbabel! spreekt de HEERE; en wees sterk, gij Josua, zoon van Jozadak, hogepriester! en wees sterk, al gij volk des lands! spreekt de HEERE; en werkt, want Ik ben met u, spreekt de HEERE der heirscharen; (5) Met het woord, in hetwelk Ik met ulieden een verbond gemaakt heb, als gij uit Egypte uittrokt, en Mijn Geest, staande in het midden van u; vreest niet!

    Aan de wolk/vuurkolom, die steeds bij Israël was, kennen we de relatie die er was tussen God en het volk. Hij was hen nabij. Hij onderwees hen, onderhield hen en leidde hen naar het land. De heerlijkheid van God woonde op de ark des Verbonds, die zijn plaats had in het midden van Israël. Het is niet nodig om overal erbij te zeggen dat Gods Geest er was, want het is overduidelijk dat er geen verschil is tussen God en Gods Geest.

    Gods Geest is de aanduiding voor al wat de onzichtbare God doet. Als je in één woord moet zeggen wat de Geest van God is, kun je het beste zeggen: Gods leven. Als Gods leven in mensen werkt, deelt Hij uit van Zichzelf. Van Zijn hoger leven deelt Hij uit, zonder dat Hij het zelf kwijtraakt.

  • 07 maart

    We hebben tot nu toe de term “geest” in zijn algemeen besproken. Ik wil verder gaan met wat Gods Geest specifiek deed.

    We nemen eerst een kijkje in het Oude Testament. Jozua werd een wijs leider door de Geest (Deuteronomium 34:9). Gideon verzamelde een leger door de Geest (Richteren 6:34). Saul profeteerde door de Geest (1 Samuël 10:6). Daniël kon dromen uitleggen door de Geest (Daniël 5:11). God geeft wijsheid, overwinning, kracht, openbaring van verborgenheden, kennis door Zijn Geest.
    Over Simson staat telkens dat de Geest Gods vaardig over hem werd en dan versloeg hij een leeuw of een legertje van 1000 man. Zoiets kan alleen in actiefilms. Simson deed het (Richteren 14:6, 19 en 15:14, 15).
    Over degene die de voorwerpen voor de tabernakel ging ontwerpen, staat dat God hem vervulde met de Geest (Exodus 31:15). Natuurlijk was hij al handig met materialen, maar om het vorm te geven, zodat de voorwerpen Gods waarheden goed weergaven, was extra kennis nodig.
    Over David staat dat hij zijn woorden door de Geest gesproken had. Heel wat Psalmen staan op naam van David (2 Samuël 23:14). David wordt een profeet genoemd wordt (Handelingen 2:30). Er zijn niet zoveel profeten waarvan zoveel woorden opgetekend zijn. Zelfs de boeken Jesaja en Jeremía hebben minder pagina’s dan de Psalmen. Gods Geest geeft overvloedig, naar Zijn wil.

    Al deze werkingen van de Geest zijn de werkingen van God Zelf. Hij is het die mensen uitkiest en mensen geeft wat ze nodig hebben om Hem te dienen. Al deze werkingen laten zien dat God groot is en dat voor Hem niets onmogelijk is.
    Wat er in de Bijbel beschreven staat, is voor ons bewaard, zodat we een beeld krijgen van wie en hoe God is en waar Hij mee bezig is door de geschiedenis heen; waar Hij naar toe werkt.

  • 26 februari

    1 Petrus 1:4-5
    (4) Tot een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u, (5) Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is, om geopenbaard te worden in de laatste tijd.

    De levende hoop uit vers 3, wordt hier in vers 4 een “onbevlekkelijke” (wat betekent zonder zonde) en een “onverwelkelijke” (wat eeuwig betekent) erfenis genoemd, die in de hemel bewaard wordt voor ons. Zowel de erfenis als wij worden bewaard in de hemel. We worden als het ware voor elkaar bewaard.
    Je vraagt je nu misschien af wat je moet doen om deze erfenis te ontvangen. Nu, het is de verantwoording van iedere gelovige om zich beschikbaar te stellen in de dienst van de Heer. Niet in eigen kracht, maar in Gods kracht. Dat is mogelijk gemaakt door de wedergeboorte. De heerlijkheid van ons nieuwe lichaam, dat we in de toekomst zullen ontvangen, is afhankelijk van de zaligheid der ziel. De ziel staat in de Bijbel voor onze wandel hier op aarde. In hoeverre we zullen erven is dus afhankelijk van onze vrijwillige dienst aan de Heer.
    Dat is ook wat Paulus bedoelt als hij in Filippenzen 3:12 zegt: “Niet dat ik het al gekregen heb, of al volmaakt ben; maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben.” Het gaat hier niet over Paulus’ behoud, want dat was al gebeurd. Het gaat hier over de erfenis, waarvoor Paulus alles wil vergeten wat achter hem ligt, om zich uit te strekken naar die prijs die van boven is, in Christus Jezus.

    Wedergeboorte met als doel een erfenis. Iedereen die wedergeboren is, komt voor de keuze te staan of hij/zij ook daadwerkelijk de Heer wil dienen en zal zijn verantwoordelijkheid hiervoor moeten nemen. De keuze hoeft niet moeilijk te zijn. Als je kiest voor deze wereld, kan de Heer Zijn werk niet in je doen en kun je niet erven. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij jou.

  • 29 februari

    29 februari

    Het bijbelsdagboek heeft op 29 februari geen dagboektekst.

  • 20 februari

    Hebreeën 10:9
    Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.

    We hebben gezien dat er dus een verschil is tussen geboorte en wedergeboorte. Geboorte is het leven voor de dood, terwijl wedergeboorte leven na de dood is. Tussen geboorte en wedergeboorte ligt dus de dood.

    Dit principe geldt ook voor de geboorte en wedergeboorte van deze wereld. De wereld werd geboren uit een vrouwelijke, oude zondige wereld, met als mannelijk aandeel, het levende Woord van God. De wereld zoals wij die nu kennen, is nog steeds dezelfde wereld uit Genesis 1. Er was wel iets veranderd, maar niet vervangen of vernieuwd. Het werk van de zes dagen van Genesis was nog geen wedergeboorte. De wedergeboorte is immers het resultaat van de opstanding van Christus. Hij is het Zaad dat in de aarde viel en stierf en vervolgens veel vrucht droeg, door opstanding uit de dood.

    De functie van het werk van de zes dagen in Genesis was om deze gevallen schepping klaar te maken voor de rol van moeder. De onvruchtbare vrouw die vruchtbaar werd. De aarde die onvruchtbaar was geworden, werd weer vruchtbaar.

    Vervolgens was het wachten op het Zaad, of het tarwegraan, dat in de aarde zou vallen en vrucht zou dragen, namelijk het verlossingsplan van de Here Jezus. De uiteindelijke bevalling zal pas plaatsvinden op de Jongste Dag.

    Het is belangrijk te weten dat deze oude schepping een actief aandeel heeft in het tot stand komen van de nieuwe schepping. Ze wordt gebruikt om een nieuwe schepping voort te brengen. Dat is ook de reden dat God in Genesis 1 zegt “dat het zeer goed was”. De oude schepping was toen geschikt gemaakt, om die rol van moeder te spelen, in de uiteindelijke wedergeboorte van de schepping.