Categorie: Volwassenen

  • 23 april

    In de brief van de apostel Paulus aan de Hebreeën wordt ons de Heere Jezus voorgesteld als de Hogepriester van het Nieuwe Verbond en als de Middelaar van het Nieuwe Verbond. Hebreeën 8:1 zegt zelf dat het de hoofdsom is van wat wij spreken.

    Hebreeën 8:1
    De hoofdsom nu der dingen, waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen Hogepriester, Die gezeten is aan de rechterhand van den troon der Majesteit in de hemelen.

    Het belangrijkste in ons geloofsleven is dus te aanvaarden dat Jezus Christus onze Heere is, Die in Zijn opstanding is gesteld tot Erfgenaam van God en daarmee tot Koning en Hogepriester. Als Koning zit Hij op de troon, in de hemel; als Hogepriester zorgt Hij voor de Zijnen, voor Zijn volk, de Gemeente. Dus Hij zorgt ook voor jou en voor mij.

    Als Hogepriester van het Nieuwe Verbond is de Heere Jezus de Middelaar tussen God en de mensen. Zonder Hem kan niemand tot God komen. Als men niet wil geloven en vertrouwen in de Heere Jezus Christus, dan komt men nooit tot God, dan krijgt men nooit deel aan het Nieuwe Verbond.

    Maar dat weten wij inmiddels: Nieuw leven, eeuwig leven is alleen onder het Nieuwe Verbond mogelijk en niet onder het Oude Verbond.

  • 08 mei

    Juda

    Genesis 49:8,10
    (8) Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. (10) De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.

    De vierde zoon van Jakob, Juda, is de stamvader die het koningschap over het volk Israël zou beërven. Juda is het begin van de koninklijke familie onder Israël. Toch komt Juda zelf in het begin van het verhaal in Genesis niet erg koninklijk naar voren. Hij is het immers die aan zijn broers voorstelt om Jozef te verkopen als slaaf aan kooplieden uit Midian? Slechts een paar zilverlingen is Jozef waard, terwijl hij later, op de Farao na, de machtigste man van de wereld zou worden. Later in de geschiedenis gedraagt Juda zich, zoals van een koning verwacht mag worden. Juda had het verdriet van zijn vader gezien en later vader Jakob ervan overtuigd dat Benjamin mee moest naar Egypte, omdat ze anders geen eten zouden kunnen kopen in Egypte. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid zodra de onderkoning van Egypte dreigt om Benjamin niet te laten gaan. Hij biedt aan om, in de plaats van zijn jongste broertje, in Egypte als slaaf achter te blijven. Dit is het moment dat Jozef zich bekend maakt aan zijn broers; wanneer hij ziet hoe zijn broer veranderd is. Wat zal Juda opgelucht geweest zijn toen Jozef hem en zijn broers alles vergaf wat zij hem aangedaan hadden en hun vertelde dat God juist hun kwaad gebruikt had ten goede. God had het verraad van de broers van Jozef gebruikt om het volk te verlossen en te behouden.

    Afstammelingen van Juda worden later “Joden” genoemd en uit deze stam wordt onze HEERE geboren. Hij zal niet alleen Koning over Israël worden, maar Koning over alle volkeren en heel de schepping.

    Net als Jozef werd de Heere Jezus ook verraden en verkocht voor een paar zilverlingen door zijn eigen broers (zijn eigen volk). Judas was de aanstichter van het kwaad tegen Jezus, zoals Juda dat was bij Jozef. Opnieuw gebruikt onze God het kwaad om tot het goede te komen. Door dood en opstanding werd de Heere Jezus uiteindelijk door God verhoogd. Hij is als Koning aangesteld in de hemel. Hoewel het nog onzichtbaar is, is Hij al onze Redder en Koning.