Categorie: Volwassenen

  • 31 maart

    Leven uit geloof houdt ook in dat we de nieuwe schepping steeds in het oog houden. Dus niet kijken naar de stijl van een spreker, maar naar de inhoud. Niet het Woord gebruiken voor ons eigen belang. We zouden niet de discussie zoeken, maar antwoorden proberen te geven tot stichting (=opbouw). We zouden ons inzetten om anderen te winnen voor het geloof. We zouden eerbied hebben voor de Heer en voor elkaar. We zouden rustig doorgaan met kennis vergaren en met bidden voor onszelf en de mensen om ons heen. We zouden rustig dienen en werken op de plaats die we hebben. We zouden niet bezwijken in verdrukking.

    Leven uit geloof is een leven losgemaakt van de wereld en gewijd aan de dienst van God. Daarom zouden we niet het menselijke vlees dienen. Niet dat van onszelf, noch dat van anderen. We zouden niet streven naar hoge dingen, maar we zouden onze plaats kennen als vreemdeling in deze wereld. Daar hoort bij dat we ons niet weer onder religie laten brengen. Dat we tevreden zijn met onze aardse situatie, en niet altijd druk zijn met veranderen. We zouden voor ons eigen levensonderhoud zorgen, op een eerlijke manier, trouw aan degenen die boven ons staan.

    We zouden weten dat onze aardse kwaliteiten ons niet dichter bij de Heer brengen, eerder er vanaf. We zouden onze plannen uitstippelen onder voorbehoud, omdat we niet precies weten wat de Heer met ons voorheeft. We zouden bereid zijn onze oude gewoontes los te laten. Leren om grenzen te stellen. Niet in alles meedoen met de egoïstische gewoontes van ongelovigen of ons vlees. Dit laatste niet onder druk van broeders en zusters of om het getuigenis, maar gewoon uit loyaliteit aan de Heer en zijn mening.

    Ons wordt geen wet gegeven. Ons is een voorbeeld gegeven. De Heere Jezus Christus (1 Petrus 2:21-25). Vergeet nooit dat het Woord dat je hoort of leest in de eerste plaats voor jezelf is, niet voor die ander.

    Tot slot heb ik nog één tekst voor je:

    Galaten 6:8
    Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien.

  • 22 maart

    Lees Handelingen 2:48.
    De profetie van Joël 2:28-32 wordt in Handelingen 2 vervuld. God liet zien dat het Nieuwe Verbond aangebroken was, in Jeruzalem, het centrum van het godsdienstige jodendom. Hij liet het ook zien aan godsdienstige Joden, die opgegroeid waren in het buitenland, maar nu in Jeruzalem woonden, door in hun taal te spreken. (De stad was sowieso drukker dan normaal, want er waren Joden, van heinde en verre naar Jeruzalem gereisd, om het “wekenfeest” te vieren).

    De apostel Petrus, die het woord neemt, houdt een paaspreek. Hij legt uit dat de Heere Jezus opgestaan is, als vervulling van oudtestamentische profetieën. En dat het de Heere Jezus is die verantwoordelijk is voor deze gebeurtenis. Petrus spreekt nadrukkelijk en officieel de aanwezige Israëlitische mannen aan zich te bekeren tot hun Messias.

    De “komst van de Heilige Geest” was het bewijs van de foute inschatting van de leidslieden van Israël. Jezus was wel degelijk Degene die Hij beweerde te zijn. Veel Israëlieten reageren dan ook aangeslagen op de prediking en op die dag bekeerden zich 3000 mensen tot de Heere Jezus Christus.

    Op de pinksterdag werden de apostelen publiekelijk één doordat ze dezelfde gebeurtenis meemaakten. Het was voor iedereen duidelijk dat de apostelen een speciale groep waren. Ze waren de volgelingen van Jezus en ze werden vanaf dat moment getuigen van Jezus Christus. Christus is Grieks voor Gezalfde. In het Hebreeuws is Gezalfde Messias.

    Feitelijk werd de Heere Jezus pas de Gezalfde Gods bij de opstanding (Handelingen 2:36). De apostelen gingen vanaf dat moment spreken van de opgestane Heer. Ze begonnen te vertellen van de dingen die zij gezien hadden. De Gemeente trad in werking. Zij werden met bijzondere kracht gevuld om te spreken in talen die ze niet kenden.