Categorie: Volwassenen

  • 03 maart

    Geest heeft levenskracht. Uit de Geest kan iets geboren worden (ook in jouw leven: wedergeboorte). Dat God leven geeft, zien we bij het maken van de oude en de nieuwe schepping. God is mannelijk. Zijn levenskracht is verwekkende kracht (Johannes 1:12-13).

    Genesis 2:7
    En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.
    Job 33:4
    De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt.

    Wind is een onzichtbare luchtstroom of geest. Adem is dat ook. Bij alles wat God geschapen heeft, heeft Hij Zijn levenskracht gebruikt (Psalm 104:30, Jesaja 42:5). Soms staat er in de Bijbel bij dat Gods Geest schiep. Of dat Hij Zijn adem ergens in blies, zodat het tot leven kwam. Vaak wordt het overgeslagen en spreekt de Bijbel gewoon van scheppen of maken.

    Als je over het spreken van woorden nadenkt (hoe dat gaat), dan merk je dat je met ademstootjes bezig bent. Stukjes adem worden in de mond door de tong en lippen tot klanken gevormd en onderbroken door medeklinkers. Eigenlijk is gesproken woord ook gewoon geest. Sterker nog, alle geluiden zijn geest. Alle muziek ook. De instrumenten kun je zien, maar het geluid niet. Geluid wordt opgevangen door onze oren. Ook gesproken woorden komen via het oor bij ons binnen.

    Psalm 33:6
    Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.

    Gods Woord is ook geest. De Heere Jezus zei: “De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.” (Johannes 6:63)

  • 08 maart

    Niet bij alle werken staat erbij dat de Geest het deed. Wat er bijvoorbeeld tijdens de woestijntocht van Israël allemaal gebeurde, daar wordt geen enkele keer de Geest van God genoemd. Toch beschrijft de Bijbel het spreken van God en de aanwezigheid van God als activiteit van de Geest.

    Nehemia 9: 19, 20
    (19) Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen. (20) En Gij hebt Uw goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen; en Uw Manna hebt Gij niet geweerd van hun mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst.

    Haggai 2: 4, 5
    (4) Doch nu, wees sterk, gij Zerubbabel! spreekt de HEERE; en wees sterk, gij Josua, zoon van Jozadak, hogepriester! en wees sterk, al gij volk des lands! spreekt de HEERE; en werkt, want Ik ben met u, spreekt de HEERE der heirscharen; (5) Met het woord, in hetwelk Ik met ulieden een verbond gemaakt heb, als gij uit Egypte uittrokt, en Mijn Geest, staande in het midden van u; vreest niet!

    Aan de wolk/vuurkolom, die steeds bij Israël was, kennen we de relatie die er was tussen God en het volk. Hij was hen nabij. Hij onderwees hen, onderhield hen en leidde hen naar het land. De heerlijkheid van God woonde op de ark des Verbonds, die zijn plaats had in het midden van Israël. Het is niet nodig om overal erbij te zeggen dat Gods Geest er was, want het is overduidelijk dat er geen verschil is tussen God en Gods Geest.

    Gods Geest is de aanduiding voor al wat de onzichtbare God doet. Als je in één woord moet zeggen wat de Geest van God is, kun je het beste zeggen: Gods leven. Als Gods leven in mensen werkt, deelt Hij uit van Zichzelf. Van Zijn hoger leven deelt Hij uit, zonder dat Hij het zelf kwijtraakt.