Categorie: Volwassenen

  • 15 februari

    Johannes 3:15
    Indien Ik ulieden de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven, indien Ik ulieden de hemelse zou zeggen.

    De Here Jezus spreekt nog steeds over wedergeboorte. Dus de vraag is hier: Behoort wedergeboorte tot de aardse of tot de hemelse dingen? Het antwoord is: allebei. Het hangt samen met Gods bestemming.

    We hadden al gezien dat de Bijbel twee soorten van opstanding kent. Er is een opstanding van het vlees en een opstanding des levens. De opstanding van het vlees zien we bijvoorbeeld in het Oude Testament bij de geschiedenis van de zoon van de Sunamietische vrouw in 2 Koningen 4 en in het Nieuwe Testament bij het dochtertje van Jaïrus en Lazarus. Deze mensen werden wel opgewekt uit de dood, maar in het vlees en zijn als gevolg daarvan ook weer overleden. Zij kregen bij hun opstanding geen eeuwig leven.

    Het herstel van Israël van dorre beenderen tot dood lichaam, is opstanding in het vlees. Israël wordt weer een volk, maar heeft nog geen eeuwig leven. Eeuwig leven komt bij hun bekering, na de grote verdrukking. Het wedergeboren volk blijft een aards volk, maar nu met het opstandingsleven van de Here Jezus. Het volk krijgt door wedergeboorte deel aan de nieuwe schepping en zal na het verdwijnen van deze schepping, de nieuwe aarde bewonen.

    Wedergeboorte vanuit het Oude Testament behoort tot de aardse dingen. Dit ligt aan de toekomstbestemming. Gelovigen die wedergeboren worden voor de nieuwe aarde, behoren tot de “aardse dingen”. De uitzondering hierop zijn de gelovigen, die wedergeboren zijn na de opstanding van de Here Jezus tot aan Zijn wederkomst. Die gelovigen zijn bestemd voor de hemel. Zij behoren dus tot de “hemelse dingen”. Deze hemelse dingen kon Nicodémus inderdaad niet weten. Deze zijn pas later door de apostel Paulus geopenbaard. Zij maken deel uit van de verborgenheid.

    Wedergeboorte is de weg van een oude schepping naar een nieuwe. Dat had Nicodémus moeten weten.

  • 18 februari

    Genesis 2:4
    Dit zijn de geboorten des hemels en de aarde, als zij geschapen werden; ten dage dat de HEERE God de aarde en de hemel maakte.

    Na de oorspronkelijke schepping uit Genesis 1:1 en de gevolgen van een verwoestend oordeel uit vers twee, krijgen we zeven dagen van herstel. Het werk van deze week wordt in Genesis 2:4 de “geboorten des hemels en der aarde” genoemd. Een geboorte komt tot stand uit iets dat er al is. Scheppen echter betekent in de Bijbel: het maken van iets uit niets.

    Kolossenzen 1:16
    Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen.

    De schepping is voortgebracht door het Woord. God sprak en het was er. Christus kennen we nu als het Woord. Daarom wordt van Christus gezegd dat Hij de schepper van hemel en aarde is. Alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. Dat betekent: ten behoeve van Hem. De schepping is er tot eer van de Schepper. Door de val van de schepping kwam deze in de macht van satan. Dat was in de eerste plaats een verlies voor de Schepper zelf, wat ook de reden is dat de Heer is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. (Lukas 19:10) Het gaat in dit vers niet alleen over de mensheid, maar over de gehele schepping.

    “En alle dingen bestaan tezamen door Hem”. (Kolossenzen 1:17) Dit is geen herhaling van het voorgaande vers, maar spreekt over de wereld zoals hij nu is, door Christus verwekt. Het gaat in vers 17 over de geboorte van de wereld die verwekt werd uit de woestheid en ledigheid en duisternis van Genesis 1:2. De zeven dagen die daarop volgen, spreken dus nog niet over wedergeboorte.