Categorie: Volwassenen

  • 24 januari

    Kolossenzen 4:6
    Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een ieder moet antwoorden.

    Gods Woord is ons woord en ons woord is Gods Woord
    Gods Woord heeft ook alles te maken met de woorden die wij elke dag spreken. Als er een bandje van ons spreken zou worden opgenomen, zouden we denk ik allemaal schrikken. Zonder na te denken spreek je dan soms woorden uit waarmee je andere mensen kwetst of verdriet doet. Dat is natuurlijk nooit de bedoeling, maar het gebeurt wel. We lezen dat het woord van de gelovigen altijd aangenaam moet zijn. Wat doet het Woord van God (zout) dan met een mens?

    Het Woord conserveert. Als je tot geloof komt in de Heere Jezus ontvang je eeuwig, onvergankelijk en onverderfelijk leven (vergelijk 1 Korinthe 15:50, 54; 2 Timótheüs 1:10).
    Het Woord is een medicijn. Dankzij het Woord zijn wij overgegaan van de dood naar het Leven. De ziekte die “zonde” heet, is overwonnen.

    Het Woord als reinigingsmiddel. We lezen in Éfeze 5:26 over Christus en de Gemeente: “Op dat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord;”
    Het Woord heeft een smaak. Het Woord is of “ten dode” en dus bitter, of het is “ten leven” en dan is het zoet (vergelijk 2 Korinthe 2:16).

    “Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal [het] gezouten worden?” (Matthéüs 5:13)

  • 23 januari

    Hebreeën 4:12
    Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherp snijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

    Gods Woord is als een zwaard
    Ik zeg wel eens: “Ik heb mijn zwaard vanmorgen ook bij me.” Met dat zwaard bedoel ik dan mijn Bijbel. De vergelijking van het Woord van God met een tweesnijdend zwaard is afkomstig uit Jesaja 49:2. (vergelijk Hoséa 6:5)

    Hebreeën 4:12 betekent dat er aan de mens niets overblijft dat niet door het Woord wordt geraakt. Er blijft ook niets voor het Woord verborgen. Een zwaard hakt diep op een mens in. Er komen nogal wat wonden van. En zo kan ook het Woord je niet onberoerd laten. Het Woord roept de mens op tot het maken van een keuze. De werking van de Bijbel roept altijd een reactie op bij de mensen. Als je het zwaard des Geestes hanteert, dan gebeurt er wat. Soms realiseren wij ons dat te weinig.

    “En neemt het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord”.