Categorie: Volwassenen

  • 29 december

    Openbaring 20:7-10
    (7) En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijn gevangenis ontbonden worden. (8) En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den Magog, om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan de zee. (9) En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde, en omringden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden. (10) En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid.

    Aan het einde van de 1000 jaren zal de duivel nog één keer losgelaten worden. En dat heeft een geweldige invloed op de mensheid. Je zou zoiets niet meer verwachten. De mensheid heeft 1000 jaar geleefd onder de regering van Christus. Alles was geweldig. Er was geen duivel meer om hen te verleiden. Er heerste recht en gerechtigheid. Op aarde was alles onder het gezag van Christus geplaatst en men zag wat voor een effect dat had. Er waren ideale omstandigheden, 1000 jaar lang! En dan wordt de duivel even losgelaten en hij verleidt een groot deel van de mensheid. Hij is in staat om in korte tijd enorme legers op de been te krijgen. En hij stuurt die legers naar Israël. Daar legt hij een kordon om het land en de hoofdstad Jeruzalem om het te vernie­tigen. Maar dan komt het antwoord van de Heere God: Hij laat een vuur van de hemel neerdalen. Niet zoals Hij dat deed bij Elia op de berg Karmel, om het offer te aanvaarden. Nee, dit vuur verslindt al die legers en de duivel. Alle vij­anden van God worden in één klap weggevaagd en geworpen in de poel van vuur. Nog voordat ze het volk van God en Zijn land kunnen aantasten, worden ze vernietigd. Daarmee demonstreert God Zijn almacht over deze schepping.

    God laat met deze periode zien dat de zondige natuur van de mens, ondanks die 1000 jaren van ideale omstandigheden, niet tot iets goeds in staat is. Er worden weer mensen geboren en … ze zondigen. En er is maar één manier om hier van verlost te worden, en dat is je te onderwerpen aan de Here Jezus Christus. Hij is de Koning van deze wereld. Hij is de Zaligmaker voor iedereen die gelooft in Hem.

  • 31 december

    2 Petrus 3:13, 14
    (13) Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont. (14) Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;

    Dan komen we op deze laatste dag van het jaar bij een geweldig uitzicht voor alle gelovigen. God zal namelijk nieuwe hemelen en een nieuwe aarde scheppen. Deze oude hemelen en aarde hebben hun functie dan gehad, zij zullen door het vuur geoordeeld worden. Daarvoor in de plaats komen nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont. God had dat al beloofd door middel van de profeet Jesaja. Hij schrijft dat in hoofdstuk 65 en 66. Als het zover is, dan worden de woorden van Jesaja vervuld. Dit doel had God voor ogen, toen Hij deze schepping herstelde. Uit die oude schepping zou een nieuwe schepping voortkomen. Een nieuwe schepping waarin gerechtigheid woont, schrijft Petrus. “Wonen” wil zeggen dat die toestand een blijvende toestand is.

    Er heerst daar gerechtigheid en waarheid. En dat zal niet veranderen. Waarom niet? Omdat daar op die nieuwe schepping, de Here Jezus Christus Koning is en blijft. Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk en dat zal geen einde heb­ben. Zijn regering begint op de oude schepping, maar gaat door op de nieuwe schepping. En zo hoop ik dat je gezien hebt, in de afgelopen maand, dat de wederkomst van de Here Jezus Christus op deze aarde leidt tot die nieuwe schepping. Aan die nieuwe schepping hebben wij ook deel, omdat wij deel uit maken van het Lichaam van Christus. Want waar Christus is, daar zullen wij ook zijn.

    Zie jij ook uit naar die toekomst? Naar die nieuwe schepping, waarin God alles in allen is?