Categorie: Volwassenen

  • 21 november

    Dat niet de zonde heerse …

    Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?“, zegt Paulus in Romeinen 6:2. Eerder deze maand heb je gelezen dat je inderdaad gestorven bent voor de zonde. Als God naar je kijkt, ziet hij (gelukkig) geen zondaar, maar Christus!

    Maar toch… Heb jij soms ook van die dagen dat je je dat moeilijk voor kunt stellen als je naar jezelf kijkt? Dan word je aangeklaagd door schuldgevoel (of eigenlijk: door de satan) wat je zegt dat je het weer verkeerd hebt gedaan, dat je weer gefaald hebt. Je blijft denken aan datgene wat je fout gedaan hebt, of dat je misschien iedere keer opnieuw weer fout doet… En voor je het weet heeft de satan je weer waar hij je wil hebben: bij de genade van de Heer vandaan. Weg bij de waarheid dat Hij je geweten reinigt (Hebreeën 9:14). Je staat weer stil bij de zonde in je leven, en geeft de zonde zo een plek die hij helemaal niet verdient!

    Paulus zegt iets verderop in Romeinen 6:12: “Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven lichaams.” Je zóndigt misschien nog wel, maar dat moet niet het belangrijkste in je leven zijn. Het moet je leven niet meer beheersen, want dan ga je je weer bezig houden met dingen waar de Heer 2000 jaar geleden al mee afgerekend heeft. Laat de zonde in je leven links liggen, schenk er zo min mogelijk aan­dacht aan. Dat is de beste manier om er geen last van te hebben.

    Negeer je oude mens, door tegen je eigen vlees te zeggen: “Wat jij wilt is niet belangrijk, je bent gestorven.” Of door tegen de Heer te zeggen: “Ik kom er niet van af, maar U mag het wegnemen.” Kies er voor, in plaats van aandacht schenken aan je zonde, om steeds weer naar de Heer te kijken, om de Heer te dienen, om vrijmoedig van Hem te spreken, om Christus voorbeeld te volgen, het Woord te bestuderen, de adviezen van de Heer aan te nemen. Dan komt er nieuwe invulling van je leven. Dat is de beste afleiding tegen je vlees en de doodsteek voor de zonde, die aan je vlees verbonden is. Je vlees is nog wel aan de zonde verbonden, maar je geest is vrij om iets anders te doen. “Daarom (…) laat ons afleggen (…) de zonde” (Hebreeën 12:1). Over dat “afleggen van de zonde” morgen meer. Lees er vandaag in ieder geval Romeinen 6 maar eens verder op na.

  • 22 november

    … maar de genade!

    Wat doe je als je zo’n akelige wollen trui aan hebt, die zo prikt dat je alleen daar nog maar aan kunt denken? Inderdaad: je trekt hem uit en ruilt hem om voor een comfortabele sweater. Wat een verademing!

    De zonde is niets anders dan zo’n nare priktrui. De schrijver van de Hebreeënbrief stelt ons dan ook voor om met de zonde precies hetzelfde te doen als met die trui: trek hem uit (Hebreeën 12:1). “Laat ons afleggen de zonde, die ons lichtelijk omringt!” In Kolossenzen 3:5-9 staat een hele opsomming van werken die bij onze oude, natuurlijke mens horen en die we uit moeten doen, af moeten leggen.

    Vanaf vers 10 staat wat we dan áán moeten doen. Want zo zonder trui ben je wel heel erg bloot… “En aangedaan hebt de nieuwe mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft”. Als je die nieuwe mens “aantrekt”, zal je veranderen en door Gods kracht precies de tegenovergestelde dingen gaan doen, dan die je vanuit je oude natuur gewend was te doen: niet meer stelen, maar werken; niet liegen maar de waarheid spreken; niet wreken maar vergeven; niet ontrouw zijn maar trouw en ga zo maar door.

    Het is die nieuwe mens, Christus in ons, die in ons leven de overhand moet hebben. Die zorgt ervoor dat we steeds meer op de Here Jezus gaan lijken in alles wat we doen. Die nieuwe mens prikt niet zoals de wollen trui, maar zit passend, zacht en comfortabel. Bij die nieuwe mens hoort namelijk geen zonde meer die heerst, maar genade, rechtvaardigheid en vrijheid.

    Romeinen 5:21
    Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot de dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere.

    En weet je wat nou zo’n heerlijk en eigenlijk ook wel logisch gevolg is van het aantrekken van de “sweater van genade”? “De vrede Gods heerse in uw harten” (Kolossenzen 3:15). Wat een verademing!