Categorie: Volwassenen

  • 10 november

    Gods rechtvaardigheid

    Waarom is de Heer eigenlijk naar deze aarde gekomen? Het antwoord daarop is heel vaak: om onze zonden te vergeven. En natuurlijk is dat wel waar, maar het is slechts één element daaruit. Als dat de enige reden was, waarom staat er dan bijvoorbeeld in:

    1 Johannes 2:2
    En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.

    Hieruit leren we dat het in ieder geval ging om meer dan het vergeven van alleen ónze zonden, want ook de zonden van de ongelovigen zijn vergeven. En dat is nieuws voor veel gelovigen, met name voor hen die gewend zijn om voor alles en nog wat vergeving aan de Heer te vragen. De Heer had die zonden al lang vergeven. De vraag is dan ook of men dat wel gelooft. De vraag is ook hoe de Heer het vindt, als wij hem alsmaar vragen om iets wat Hij al gegeven heeft… Wij hebben vaak zelf een probleem met onze tekortkomingen, maar de Heer -die ons ook nog eens beter kent dan wijzelf- heeft dat niet!

    De Heer is naar deze aarde gekomen om te kunnen sterven en om zo verzoe­ning te doen voor de zonden van de wereld. Waarom dat nodig was? Niet om ons te rechtvaardigen, maar vanwege Gods rechtvaardigheid! Hij kan, populair gezegd, geen zonden “door de vingers zien”, maar zal deze moeten bestraffen. En het is de Here Jezus die onze straf en die van de gehele mensheid gedragen heeft. In plaats van te vragen om vergeving van zonden kunnen wij Hem nu beter hiervoor danken.

    Als we weten dat God rechtvaardig is kunnen wij ook begrijpen waarom er in Jesaja 53:0 staat: “Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben…”. Daarmee is het oordeel over de zonden voltrokken, heeft God recht gesproken en is Zijn wil volbracht.

    Tot morgen!

  • 13 november

    De wereld in zonde

    Genesis 1:1, 2
    (1) In den beginne schiep God den hemel en de aarde. (2) De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.

    De aarde was woest en ledig. Eigenlijk staat er “de aarde werd woestheid en ledigheid vanwege de verschijning van de afgrond”. Tussen vers één en twee zien we dat er een oordeel over deze wereld heeft plaatsgevonden. De wereld lag daarmee al in het oordeel, (lang) voordat de mens geschapen werd. Adam werd door God gemaakt uit de -in zonde gevallen en geoordeelde- aarde. Het Hebreeuwse woord voor aardbodem is “adamah”. Niet voor niets dat de eerste mens op deze aarde de naam Adam krijgt. Adam betekent rood en rood staat voor de rode aarde, oftewel Adam hoorde bij de aarde. In het midden van de Hof van Eden stond de boom des levens en ook was er een boom “der kennis des goeds en des kwaads”. We weten wat er gebeurde: Adam en Eva kozen het verkeerde omdat de vrucht “begeerlijk was om verstandig te maken” en satan had beloofd dat zij als God zouden worden, kennende het goed en het kwaad. Vanaf dat moment gingen hun ogen inderdaad open en zagen zij dat ze naakt waren. Ze hadden gekozen voor “de wet”, die immers het goed en het kwaad aan het licht brengt. En wet doet nu eenmaal zonden kennen. Je vraagt je altijd af wat er gebeurd zou zijn als ze van de andere boom hadden gegeten. Daar geeft de Bijbel geen antwoord op. Maar als je ziet wat voor ellende er op de wereld is gekomen, wordt Adam in de Bijbel opvallend weinig verweten (zie Genesis 3:19). Hoe dat komt? Omdat een ieder van ons in zijn plaats exact hetzelfde gedaan zou hebben. Wij zijn nu eenmaal ook uit de “aarde (en dus) aards” (1 Korinthe15:47). God verwachtte van Adam niets beters.

    Geestelijk gezien is de Here Jezus de Boom des levens en door geloof eten wij nu wél van die boom des levens. We zijn weer terug in het Paradijs en weten nu dus ook waar we het niet moeten zoeken: bij de wet. Die laat ons alleen maar meer zonden zien, terwijl God ons die al lang heeft vergeven. Laten we ons daarom vooral voeden met de goede vrucht, dan zijn wij verzadigd genoeg om het andere onbeleefd af te slaan.

    Eet smakelijk.