Categorie: Volwassenen

  • 20 oktober

    Lees Matthéüs 3:13-17

    Jezus gedoopt
    Waarom liet de Heer Zichzelf dopen? Hij hoefde Zich toch niet te bekeren. Hij had toch geen zonden? Als je vers 17 leest, zie je eigenlijk een vooruitgrijpen op de opstanding van de Heer. Net als bij de verheerlijking op de berg met Mozes en Elia. Officieel werd de Heer namelijk pas de Zoon na Zijn Opstanding. Het Nieuwe Leven kwam ook pas na Zijn Opstanding. De duif (Jonah) als beeld van de Heilige Geest is hiervan de uitdrukking. Letterlijk gezien is de Geest, Die op Jezus kwam bij Zijn doop, vanuit het Oude Testament gezien, niets vreemds. Dat gebeurde bij elke profeet. Maar deze gebeurtenis wijst Jezus speciaal als de Zoon van God aan. Tegelijk beeldt deze doop de latere dood en opstanding van de Heer uit, waarbij Hij officieel als Zoon (= erfgenaam) van God werd aangesteld. 

    Het antwoord op onze vraag staat in vers 15. Met de doop rechtvaardig je God. Je verklaart Hem rechtvaardig. Dit doen wij ook als wij ons laten dopen. Jezus leefde uit geloof in het Woord. Hij liep de loopbaan die Hem voorgesteld was. De belofte is dat iedereen die dat doet, Nieuw Leven krijgt. Dat is Gods rechtvaardigheid. 

    De Wet veroordeelt tot de dood. Jezus stierf in onze plaats. Uit genade en door geloof is er daarna dit Nieuwe Leven. Door je te laten dopen zeg je dus tegen de Heer: “Dank U dat mijn zonden vergeven zijn, dat de straf gedragen is, dat u niet meer rekent met het oude, dat ik nieuw leven van U ontvangen heb en met u gezet ben in de Hemel, ook al begrijp ik dat misschien nog niet”. Door je te laten dopen stem je in met de rechtvaardige manier die God heeft gegeven om gered te worden voor de eeuwigheid. 

    De volgende stap is dat je dan, net als de Heer Zelf, de loopbaan gaat lopen van geloof. Dat je jezelf aan Hem ter beschikking stelt. “Heer, wat wilt U dat ik doen zal?” Dit maakt ons – toch vrij korte – aardse leven, zinvol. 

  • 22 oktober

    Lees Romeinen 6:1-14

    Doop in Christus
    Als er over de doop gesproken wordt, denkt men bijna altijd aan de doop in water. Ook bij het gedeelte van vandaag wordt het vaak zo uitgelegd. Dit klopt eigenlijk niet. Zoals we al eerder gezien hebben is doop: “éénwording met” of “gelijkmaking”. 

    Waar het natuurlijk in alle gevallen bij doop om gaat is: doop in Christus, wedergeboorte. Christus is gestorven en opgestaan. Hij is de eerste van een Nieuwe Schepping, die God aan het maken is. Dit is het centrale thema in de hele Bijbel. Door geloof kun je in Christus opgenomen worden, aan Christus verbonden worden. Door geloof kun je deel krijgen aan die Nieuwe Schepping. Wie één wordt met Hem, door geloof in Hem, wordt ook één met Hem in Zijn dood en Zijn opstanding. Nieuw leven is er slechts via Christus.

    In het gedeelte van vandaag legt Paulus uit hoe het nu precies zit met dat nieuwe leven. Vers 11 laat zien: God “rekent” ons als gestorven-en-begravenmet- Christus. En “voor God” zijn we levend-in-Christus-Jezus. 

    Natuurlijk leven we nog in het lichaam, maar we moeten leren rekenen zoals God en dus de “oude mens” als het ware negeren. Naar mate je dit kunt, zal de zonde steeds minder “heersen” en plaatst dat je in de vrijheid. Een vrijheid, waarvan Paulus zegt, dat het geen aanleiding moet zijn voor het vlees, maar een vrijheid die we gebruiken om de Heer te dienen.

    Dit is genade: dat je weet zondig te zijn, maar dat God het niet rekent en je toch wil gebruiken.