Categorie: Volwassenen

  • 26 oktober

    Lees Johannes 3:1-10

    Vruchtwater
    Je zou God kunnen vergelijken met een kunstenaar. Als je verstand van kunst hebt, kun je vaak aan het kunstwerk herkennen wie het gemaakt heeft. Zo is het ook met de schepping. God als Kunstenaar heeft de schepping gemaakt en we kunnen, als we er verstand van hebben, Hem er in herkennen.

    De Heere Jezus gebruikt in dit gedeelte een voorbeeld dat we allemaal kennen: een geboorte. Als een vrouw negen maanden zwanger is geweest dan breken de vliezen en uit het vruchtwater wordt dan de baby geboren. Jezus legt aan Nicodémus (iemand die verstand van de Schrift had) uit, dat net zoals je de eerste keer uit water geboren bent, je ook een tweede keer uit water geboren moet worden om het Koninkrijk van God in te gaan.

    Nicodémus wist vanuit het Oude Testament dat er een Verlosser zou komen. Hij zag aan wat de Heer deed, dat Hij die verlosser wel eens zou kunnen zijn. Hij paste in het profiel van de Messias. De Heer wil hier geen discussie over, maar gaat gelijk naar de kern. Je moet uit geestelijk water, namelijk het Woord van God geboren worden; oftewel, je moet van boven geboren worden.

    Toen begreep Nicodémus dat nog niet. Vreemd toch dat de Heer zo slecht begrepen werd door degenen die het Woord tot hun beschikking hadden. De leidslieden van Israël trokken heel andere conclusies uit het Woord, dan de Heere Jezus. De joodse godsdienst droeg een heel ander “geloof” uit dan de Heere Jezus. De Heer verwijt hen hun ongeloof. Daarom was er zo weinig werkelijke kennis over God en Zijn werk.

    Nicodémus laat zich bij nacht, stiekem, door de Heer onderwijzen en we mogen aannemen dat hij tot geloof gekomen is. Want later (Johannes 7:50 en 19:39) komen we hem nog tegen in ditzelfde evangelie om het voor de Heer op te nemen en Hem eer te bewijzen. Later begreep hij de woorden van de Heer dus hoogstwaarschijnlijk wel.

  • 19 oktober

    Lees Handelingen 19:1-6

    Gedoopt met de doop van Johannes
    We komen nog even terug op het schriftgedeelte van gisteren. In de dagen van de Heer werden mensen gedoopt met de “doop van Johannes”. (We komen hier later nog op terug als we de vraag stellen waarom de Heer Zichzelf eigenlijk liet dopen.) De doop van Johannes verschilde met de Joodse doop. Bij de Joodse doop was sprake van een rituele wassing, die je zelf deed. Het verschil met de doop van Johannes is, dat het nu door een ander gebeurt. Je “laat” je dopen. 

    Doop is een beeld van dood en opstanding, van wedergeboorte, van het krijgen van “nieuw leven”, van het ontvangen van de Heilige Geest. Mensen die gedoopt waren met de doop van Johannes konden de Heilige Geest natuurlijk pas krijgen na de Opstanding. Eerder was dit “nieuwe leven” er nog niet. Je ziet dat de discipelen na de Opstanding de Heilige Geest kregen. De Heer blies op hen en zei: “Ontvang de Heilige Geest.” Op dat moment merkten ze er nog niets van. Maar het ontvangen van de Heilige Geest was heus niet exclusief voor de discipelen. Dit gold natuurlijk voor iedereen, die ooit met de doop van Johannes gedoopt was. Alleen het moment dat ze het “merkten” was verschillend. 

    Met Pinksteren, 50 dagen later, openbaarde de Geest Zich voor het eerst door de discipelen. Vervolgens zien we in Handelingen dat ook andere gelovigen “gemerkt” hebben dat de Heilige Geest in hen was gekomen, omdat de apostelen langs kwamen om het evangelie te prediken of hen de handen oplegden. Lees hiervoor Handelingen 8:12-17. 

    Maar …de mensen in Éfeze (Handelingen 19) wisten niet van het Nieuwe Leven, hoewel ze het al wel ontvangen hadden. Ze waren immers gelovigen! Op grond van de boodschap van Johannes waren ze gedoopt in de Naam van de Here Jezus. En door handoplegging van Paulus gaat de Geest Zich nu ook door hen openbaren. Ook zij worden vanaf dan gebruikt, net als Paulus, om de “verborgenheid” te prediken.