Categorie: Volwassenen

  • 16 september

    De verhouding
    Nu dringt zich een belangrijke vraag aan ons op. Hoe verhoudt dit nieuwe goddelijke leven zich tot het natuurlijke – door God geschapen en bedoelde (zie dag 10) – leven? Gaat de ontwikkeling van dit nieuwe leven ten koste van je geschapen natuurlijke leven? Gaat het alleen maar om de ontwikkeling van deze goddelijke relatie en spelen je natuurlijke relaties hierbij geen rol meer?

    Het geschapen natuurlijke leven was van oorsprong in harmonie met de Schepper en met elkaar. Nadat Adam en Eva gezondigd hadden, verborgen ze zich voor God en voor elkaar, de harmonie was verstoord. (1) We maken allemaal deel uit van die door de zonde verstoorde wereld en daardoor is ons natuurlijke leven misvormd. (2) Sinds de wedergeboorte brengt het Woord van God ons op nieuwe gedachten. Het wereldse – egoïstische – door de tegenstander geïnspireerde, “godloze” denken (zie dag 15) maakt plaats voor een denken dat gericht is op God en Zijn bedoeling met ons leven. (3) Alleen God kan de verstoorde harmonie herstellen en ook je natuurlijke leven omvormen tot hoe Hij het bedoeld heeft. (4) Ook je natuurlijke relaties kunnen in balans komen door het toepassen van de goddelijke principes van genade en vergeving. Je relaties getuigen dan van Degene die jou nieuwe persoonlijkheid gevormd heeft (zie dag 10). Is er een mooier en krachtiger getuigenis denkbaar?

    1. Genesis 3:7,10: “… en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. … En hij (= Adam) zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij”. 
    2. Éfeze 2:3: “… ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen”;
    3. Éfeze 4:23-24: “En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds, en den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid”.
    4. Kolossenzen 3:13-14: “Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo”. 

    Vraagje: Betrek je de hemelse Vader ook bij jouw leven van alle dag? 

  • 20 september

    Het vertrouwen
    Je relatie met God is gebaseerd op geloven en vertrouwen. Deze beide begrippen vullen elkaar eigenlijk aan: je gelooft iemand, omdat je hem vertrouwt en andersom. Je bent God op Zijn Woord gaan geloven en nu is de belangrijkste les die je moet leren Hem in álles te vertrouwen. Je mag God overal bij betrekken en alles met Hem bespreken en ook de kleinste dingen in Zijn handen leggen. (1) Dit betekent niet dat je altijd krijgt wat je Hem in vertrouwen vraagt, maar wel dat je krijgt wat je echt nodig hebt. (2) Als je op Hem vertrouwt zul je niet beschaamd worden. (3) Naarmate je op de Heer vertrouwt zal Hij je steeds meer bevestigen. (4) 

    Vertrouwen is de basis voor elke relatie. Je moet elkaar vertrouwen durven geven en elkaar in vertrouwen durven nemen. Vertrouwen wordt verstevigd door te geven wat de ander op dit moment nodig heeft. Wordt het wederzijds vertrouwen beschaamd, dan lijdt de relatie schade. Wordt het vertrouwen hersteld, dan geeft dit de relatie nieuwe kansen. Als je de tijd neemt om naar elkaar te luisteren – vooral naar de innerlijke behoefte – dan wordt het wederzijds vertrouwen steeds steviger en de basis gelegd voor een hechte relatie. Immers ook in relaties geldt: “Gods weg is de beste, de beste altijd”. 

    1. Filippenzen 4:6: “Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God”.
    2. Matthéüs 6:31-33: “Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? … want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden”.
    3. Romeinen 10:11: “Want de Schrift zegt: Een ieder, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden”.
    4. 1 Petrus 5:10: “De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden”. 

    Vraagje: Durf jij anderen in vertrouwen te nemen?