Categorie: Volwassenen

  • 23 september

    De aanvulling
    Ons leven is zonder God niet compleet. Er heerst in ons hart een onbestemd verlangen dat maar blijft ronddolen. Op de achtergrond sluimert een leegte die voortdurend om vervulling smeekt. Ons hart blijft zich ten diepste onbegrepen en eenzaam voelen. Door God toe te laten in je hart, leert het zijn werkelijke goddelijke eindbestemming kennen. Door Hem komt je hart tot rust en het leven wordt lichter.(1) Je weet dat je vrede hebt met God en dat deze nauwe verbondenheid je leven verder zal leiden.(2) Tegelijkertijd ga je de grote verschillen tussen Hem en jou beseffen. Zijn oneindige goddelijke liefde, genade en trouw dringen door in jouw beperkte menselijke belevingswereld. Het blijkt een wereld van verschil, maar toch wil je Hem nooit weer kwijt.(3) In en door de Heere Jezus Christus wordt je leven compleet en kom je tot – de door Hém bedoelde – zelfverwezenlijking.(4) Ook man en vrouw verschillen veel, maar tegelijkertijd vullen ze elkaar aan en willen ze niet zonder elkaar. Lichamelijk zijn ze verschillend en toch vullen ze elkaar zo mooi aan. Ook de belevingswereld is heel verschillend en toch aanvullend. De uitspraak “Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus” spreekt boekdelen. Het is aanvankelijk lastig om deze verschillen bij elkaar te herkennen en te bespreken, maar het geeft veel duidelijkheid. In harmonieuze huwelijksrelaties zullen deze verschillen erkend en juist gewaardeerd worden. Hoe moeilijk soms ook, man en vrouw hebben elkaar nodig om elkaar aan te vullen. God heeft dat zo gemaakt, omdat het spreekt over de moeiten van Zijn relatie met de schepping.

    1. Matthéüs 11:29-30: “Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht”.
    2. Romeinen 5:1-2: “Wij dan, gerechtvaardigd zijnd uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods”.
    3. Filippenzen 1:21: “… het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin”.
    4. Kolossenzen 2:10: “En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht”;

    Vraagje: Durven jullie elkaar uit te nodigen om elkaar aan te vullen? 

  • 24 september

    Ongeloofwaardige ontrouw
    God is nooit ontrouw, wij mensen helaas wel. God doet altijd wat Hij beloofd heeft, wij mensen vaak niet. God hecht veel waarde aan gedane beloftes, wij mensen verwaarlozen ze gemakkelijk. We worden dan ontrouw aan wat we beloofd hebben. God houdt ons echter aan onze beloftes en verwacht dat we ze nakomen.(1)

    Een huwelijk wordt onder meerdere getuigen met een plechtig jawoord bezegeld en ook God is hiervan Getuige. Zonder te beseffen dat “liefhebben een werkwoord is” waar je samen mee moeten leren spelen, laten we onbedoeld onze eerste liefde bekoelen. Als dat vuur gedoofd is, zijn de mogelijkheden om op avontuur te gaan ongekend. Velen lonken naar “het groene gras van de overkant” en spelen op het glibberige pad van flirten, overspel en hoererij. Velen laten zich een rad voor ogen draaien door het gedachtegoed van een wereld die geïnspireerd wordt door de tegenstander. Die frivole wereld, die op allerlei manier tot ons komt en ons probeert te verleiden tot het najagen van onwerkelijke fantasieën. Hoe heeft dit zover kunnen komen? Omdat we verzuimd hebben te investeren in onze eigen relatie en we onze plechtig belofte met allerlei drogredenen terzijde menen te mogen schuiven. Voor God is dit ongeloofwaardig en zijn onze vindingrijke excuses onacceptabel.(2) Waar is de vastberaden wil om onze beloftes gestand te doen? Waar is onze zelfbeheersing om standvastig te proberen te leven tot Gods eer?(3)

    1. Prediker 5:3: “Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het”. 
    2. Jakobus 5:12: “Doch voor alle dingen, mijn broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat gij in geen oordeel valt”. 
    3. 1 Korinthe 15:58: “Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere”. 

    Vraagje: Wat doe jij met het gezegde: “Belofte maakt schuld”?