Categorie: Volwassenen

  • 04 augustus

    Handelingen 1:8
    Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. 

    Deze woorden sprak de Heer tot de discipelen, vlak voor Zijn Hemelvaart. Het moet voor de discipelen een heel bijzondere tijd geweest zijn, die periode tussen Zijn opstanding en Zijn Hemelvaart! De Heer heeft met hen, na Zijn Opstanding, 40 dagen lang gesproken over de dingen van het Koninkrijk. Handelingen 1:3: “…veertig dagen lang, zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen die het koninkrijk Gods aangaan.”

    Tijdens Zijn leven op aarde heeft Hij hen menigmaal de Schriften geciteerd, die zij toen nog niet verstonden. Lukas 24:44: “Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was …” Lukas 24:45: “Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de schriften verstonden.” Ook heeft de Here Jezus hen voorbereid op de taak die hen wachtte, namelijk: Zijn getuigen zijn! Johannes 15:16: “Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u … gesteld, …” Matthéüs 28:19: “… gaat dan henen, onderwijst al de volken, … lerende hen onderhouden…”

    Daar sta je dan, als discipel! Je Meester heeft Zijn Hemelvaart aangekondigd, wat nu? Laat de Heer hen dan helemaal alleen met deze opdracht? Gelukkig niet. Want de Heer heeft Zijn belofte gegeven. Zijn belofte van een andere Trooster! Dat kunnen we lezen in het evangelie van Johannes. Lees zelf maar hoofdstuk 14. De Heer had kort voor Zijn dood al tot Zijn discipelen gezegd dat Hij zou weggaan. Anders kon de Trooster niet komen. Lees Johannes 16:7. Die Trooster is de Geest der waarheid (Johannes 14:16, 17) en de discipelen kennen deze Geest, zegt de Heer in dit laatste vers. En lees eens door in vers 18: “Ik kom weder tot u”.

    Het is de Heer Zelf! Hij is de Weg, en de Waarheid, en het leven (Johannes 14:6). Hij komt Zelf bij hen terug als Geest! Dat is de vertroosting die de Heer aan Zijn discipelen wil geven! 

    Johannes 14:1
    Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij.

  • 07 augustus

    1 Korinthe 2:7-8
    (7) Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; (8) Welke niemand van de oversten dezer wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben. 

    Petrus mocht dus vrijuit spreken op de Pinksterdag, zoals we gisteren gelezen hebben, maar tot Hij zou opstaan uit de dood moesten zij zwijgen over de werken en de persoon van hun Heer. Matthéüs 9:30: “En hun ogen zijn geopend geworden. En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat niemand het wete”. Matthéüs 16:20: “Toen verbood Hij Zijn discipelen, dat zij iemand zeggen zouden, dat Hij was Jezus, de Christus”. Markus 1:43-44: “En als Hij hem strengelijk verboden had, deed Hij hem terstond van Zich gaan, En zeide tot hem: Zie, dat gij niemand iets zegt; maar ga heen en vertoon uzelven den priester,…”.

    Nu wordt duidelijk waarom de oversten dezer wereld Hem wel gekruisigd hebben. Zij hebben niet de verborgenheid gekend, zoals 1 Korinthe 2:8 zegt. Er was een verborgen plan, dat in werking trad na de kruisiging van de Heer. Maar wat is dan “die verborgenheid die bedekt was”? In de eerste plaats dát de Heer zou opstaan en daarna Wie Hij zou worden in Zijn opstanding en wat Zijn verdere werk zou zijn. Christus en Zijn Gemeente, dát is de verborgenheid! Christus toont via de Gemeente de wijsheid van God, maar ook het plan van God, namelijk een nieuwe schepping! We zullen het daar nog over hebben.

    Éfeze 3:9-11
    (9) En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap (moet zijn: bedeling) der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus; (10) Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods; (11) Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere.