Categorie: Jongeren

  • 04 juli

    Het wezen van God is onzichtbaar. De Bijbel zegt, dat God een ontoegankelijk licht bewoont.

    1 Timótheüs 6:16
    Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Dewelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht.

    Duidelijker kan het niet. Geen mens heeft Hem gezien en geen mens kan Hem, namelijk Zijn wezen, zien. Jezus Christus zegt van Zichzelf: “Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.” (Johannes 8:12). Christus is de omhulling, de gedaante (de buitenkant) van God. God drukt Zichzelf uit in Christus als het Licht. Christus is Gods Licht. Wij kunnen niet tot God naderen, daarom nadert Hij tot ons met Zijn Licht. Daarom kwam Jezus op aarde. Wanneer wij het Licht des levens (Jezus) volgen, leren wij God kennen.

    Psalm 104:1, 2
    (1) Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot; Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. (2) Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt de hemel uit als een gordijn.

    God bedekt Zich met het licht als met een kleed. De Heer bedekt Zich met licht, oftewel met heerlijkheid, zegt de Psalm. “Licht” en “heerlijkheid” zijn dus synoniemen. Gods grootheid en majesteit zie je uit de glans van het licht (bij zonsopgang). Licht maakt de dingen openbaar, zegt Éfeze 5:13. Wanneer wij tot God naderen en in Zijn licht komen, dan wordt openbaar wie wij zijn. We mogen tot het Licht (de Heere Jezus) gaan en dat Licht in ons leven laten schijnen. “Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schij­nen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus”, lezen we in 2 Korinthe 4:6. Het aangezicht is Jezus Christus. Hij is immers de buitenkant (het aangezicht) van God. Door Jezus Christus ontvangen we kennis over God (licht) in ons leven. Dan komt er iets van Gods licht in ons leven. Door de Heere Jezus kunnen we God zien.

  • 03 juli

    Nog meer over het woord “wezen”. In Micha 6:9 komt het woord wezen en naam in één tekst voor: De stem des HEEREN roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen) …! HEEREN staat met kleine hoofdletters, omdat dat in het Hebreeuws de naam Jehovah is. De naam Heer met kleine letters is in het Hebreeuws Adonai. Dat betekent heer of meester, dus Degene Die jij dient. De naam van iemand zegt iets over iemands wezen, over iemands reputatie. De naam vertelt wie of wat iemand is.

    Wanneer God Zich bekendmaakt, doet Hij dat met de Naam Jehovah. Dat is de Naam van Zijn Zoon. Dat lazen we al in Handelingen 2:36. De Naam HEERE God komt de eerste keer voor in Genesis 2:4.

    Mozes vroeg in Exodus 3:13 aan God: “Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen (de zonen Israëls) zeggen?” God zei in vers 14 tot Mozes: “IK ZAL ZIJN, DIE IK ZIJN ZAL!” In vers 15 staat vervolgens: “De HEERE, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob . . ;dat is Mijn Naam eeuwiglijk”.
    Letterlijk betekent de Naam Jehovah: Hij Die bestaat, Hij Die is of Hij Die zal zijn. God zegt tot ons: “IK BEN”. Wij zeggen tot Hem: “Hij is”.

    We mogen dus zeker weten dat God bestaat en dat Hij is. Zijn Naam zegt ons dat. Hij heeft ons Zijn Naam gegeven en Hij openbaart Zich door Zijn Zoon onder de Naam Jehovah. God is het wezen, de Zoon geeft uitdrukking aan dat wezen en draagt de Naam van Zijn wezen. Op Hem kunnen wij vertrouwen.

    Psalm 9:11
    En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, HEERE, niet hebt verlaten degenen, die U zoeken.

    Het kennen van de Heer wil zeggen dat wij in gemeenschap (= in relatie) met Hem leven. Wij zijn geroepen tot gemeenschap met de Zoon, Jezus Christus, onze Heere (1 Korinthe 1:9).

    Hebreeën 11:6
    Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een beloner is voor degenen, die Hem zoeken.