Categorie: Jongeren

  • 21 juni

    In Matthéüs 20:20-34 lezen we dat een moeder en haar twee zonen (twee leerlingen van de Here Jezus) bij de Here Jezus komen. Zij vraagt Hem of haar twee zonen elk aan een kant van de Here Jezus mogen zitten in Zijn koninkrijk.

    Zij vraagt nogal wat. De Here Jezus vraagt dan ook of haar zonen de weg kunnen gaan, die Hij moet gaan. De zonen antwoorden dat zij dit kunnen. Dan zegt de Here Jezus dat zij die weg zullen gaan, maar dat niet de Here Jezus bepaalt wie naast Hem komt te zitten, maar dat Zijn Vader dat bepaalt. Daarna zegt Hij dat de leiders van de volken heerschappij en macht uitoefenen over de volken. Maar zo zal het onder de gelovigen niet zijn. Wil je de eerste, de voorganger, de leider zijn, dan moet je de dienstknecht (van het Griekse woord voor diaken) van de medegelovigen zijn. Dit wil zeggen: God dienen ten behoeve van de medegelovigen. Want, zegt de Here Jezus in:

    Matthéüs 20:28
    Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.

    Het woord ‘rantsoen’ betekent: losgeld betalen om iemand vrij te kopen.

    Jezus Christus diende God en had de opdracht om te sterven voor de mensheid, om zo de mensheid vrij te kopen. Of de mens hiervan gebruik wil maken, moet hij zelf beslissen. Wie gelooft in de Here Jezus, in wie Hij is en wat Hij doet of gedaan heeft, die zal door Hem vrijgemaakt worden.

    De vraag is: Waarvan vrijgemaakt? De Bijbel leert dat de mens gevangen zit. Hij staat onder de macht van de duivel en hij is ten dode opgeschreven omdat hij zondigt. De Here Jezus is gekomen om de werken van de duivel te verbreken (1 Johannes 3:8). De dood heerst wel over de mens, maar niet meer over de Here Jezus Christus (Romeinen 6:9). De Here Jezus is opgestaan uit de dood en heeft de dood overwonnen. Hij sterft niet meer en is dus vrij. Deze vrijheid wil Hij aan ons geven. Wie in Hem gelooft heeft eeuwig leven (Johannes 3:36). Je wordt Zijn eigendom en Hij geeft je Zijn Geest. Die Geest leeft eeuwig en dus jij ook. “Wie oren heeft om te horen, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt” (Openbaring 2:7). De Geest zal je dan leren om Christus Jezus in vrijheid te dienen.

  • 20 juni

    De Here Jezus werd uit de Heilige Geest (God) en Maria (mens) geboren (Matthéüs 1:20, 21). Hij wordt dan ook door God “Mijn geliefde Zoon” genoemd (Matthéüs 3:17). Je zou dan ook zeggen dat Hij dezelfde macht heeft als God. Maar dit blijkt anders te zijn.

    Filippenzen 2:5-11 zegt dat Jezus Christus zijn goddelijke macht heeft afgelegd. Hij heeft zichzelf leeggemaakt, de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is de mens gelijk geworden. Hij noemt Zichzelf bijna altijd “Zoon des Mensen” (Erfgenaam van Adam). Als mens kon Hij zondigen, de zonde op Zich nemen en sterven. Als God had de Here Jezus dit niet gekund. God kan niet zondigen en niet tot zonde gemaakt worden en Hij kan niet sterven.

    Satan, één van de machtigste engelen, weet dit. Hij probeert de Here Jezus over te halen te zondigen. Bij Adam en Eva was dit ook gelukt en nu probeert hij dit ook bij de Zoon (Erfgenaam) van Adam. Eva zag dat de boom (der kennis des goeds en des kwaads) begeerlijk was om verstandig te maken, en zij at. En Adam at ook. De satan houdt de Here Jezus drie dingen voor, die alle drie verleidelijk en verstandig lijken om aan toe te geven. Lees Matthéüs 4:1-11.

    Als de Here Jezus 40 dagen niet gegeten heeft, zegt de duivel tegen Hem: “Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.” Satan noemt Hem de Zoon van God. Jezus ontkent dit niet. Hij is echter gehoorzaam aan God, Zijn Vader, en Hij spreekt dan ook de Woorden Gods. Hij zegt: “Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.” Hij zegt “de mens” zal, enzovoorts, niet “de Zoon van God zal …”. Hij heeft immers Zijn goddelijke macht afgelegd en is de mens gelijk geworden. Kon Hij dan van stenen brood maken? Ik neem aan van wel, anders had de satan hem dit niet voorgesteld. Maar de Here Jezus gebruikt niet zijn macht, maar is gehoorzaam aan Gods Woord.

    De satan probeert de Here Jezus hierna nog twee keer te verleiden, maar de Heer Jezus blijft gehoorzaam aan het Woord van God. Het Woord dat Hij zo goed kent. Hij bleef gehoorzaam tot in de dood, in de zekerheid dat God Hem uit de dood zou opwekken (Hebreeën 12:2). Jakobus 4:7 zegt: “Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden,” (= vluchten). Dat is overwinning.