Categorie: Jongeren

  • 16 april

    Wat een voorrecht een kind van onze Heere Jezus te zijn en Hem te kunnen dienen! De duivel, de tegenstander, vindt dat verschrikkelijk. Die wil juist dat wij onder de wet, onder het Oude Verbond gaan leven (want: de letter, de wet, doodt, weet je nog uit 2 Korinthe 3:6?).

    De duivel wil dus dat wij religieus zijn, want dan zijn we blind, gebonden en hebben een deksel op het hoofd, waardoor we niet kunnen zien. Lees het nog maar eens na in 2 Korinthe 3:5-18.

    In 2 Korinthe 4:3-4 staat dat waar de blijde boodschap van het Nieuwe Verbond/het Evangelie bedekt is, daar zijn de zinnen (zintuigen) verblind en daar kan men niet bestraald worden met het Licht van het Evangelie van Christus, Die het Beeld Gods is. Dat is precies wat de duivel wil bereiken, dat wij de Heere Jezus Christus in Zijn Heerlijkheid niet zien en maar lekker onder het deksel van het Oude Verbond blijven leven.

    Maar dat doen wij niet. Wij openen de Bijbel, wij laten het Licht van Gods Woord in ons schijnen en dan zien wij de Heere Jezus in het Woord en wij leven in vrijheid onder het Nieuwe Verbond.

  • 15 april

    Als wij nu door geloof en wedergeboorte deel hebben gekregen aan het Nieuwe Verbond, hoe kunnen we dan de Heere dienen?

    Het antwoord vinden wij in:

    2 Korinthe 3:5-6
    (5) Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God; (6) Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt; maar de Geest maakt levend.

    Uit onszelf kunnen wij dus niets, uit onszelf kunnen wij de Heer niet dienen. Maar Hij heeft ons bekwaam gemaakt, doordat Hij ons Zijn leven geschonken heeft. Dat is het nieuwe, eeuwige leven en daarmee zijn wij wel in staat om Hem te dienen.
    Als we dat nieuwe leven niet hadden, als we geen lid zouden zijn van het Nieuwe Verbond, dan had de Heere niets aan ons en kon Hij Zijn werk in ons ook niet doen!

    En ons werk bestaat in eerste instantie uit ons aan Hem ter beschikking te stellen en Hem zo te dienen.