Categorie: Jongeren

  • 09 april

    Onze Bijbel is dus grof onderverdeeld in het Oude en het Nieuwe Testament.

    Wanneer we spreken over “testament”, dan is dat in de praktijk volstrekt hetzelfde als een verbond! Een verbond is een testament en een testament is een verbond. Zowel in een testament als in een verbond wordt de wil van iemand vastgelegd. Het Nieuwe Verbond of Testament heeft te maken met onze Heere Jezus Christus, Die dan ook genoemd wordt “de Middelaar van het Nieuwe Verbond” of “de Hogepriester van het Nieuwe Verbond”.

    1 Timotheüs 2:5
    Want er is één God, daar is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus.

    Hebreeën 8:6
    En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.

    Lees ook Hebreeën 9:15 en 12:24.

    Het Oude Verbond is, zoals gezegd, het verbond met Mozes (het Mozaïsche verbond) en hetzelfde als het verbond der wet! De Bijbel gaat vanaf Exodus tot aan Maleachi over de wet. Alleen het boek Genesis niet, want toen bestond de wet nog helemaal niet.

  • 08 april

    In Psalm 89 vinden we een belofte die aan David gegeven werd. Die is ook vermeld in 2 Samuël 7.

    2 Samuël 7:11-13
    (11) Ook geeft u de Heere te kennen, dat de Heere u een huis maken zal. (12) Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen. (13) Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal den stoel zijns konink­rijks bevestigen tot in eeuwigheid.

    Deze belofte heeft wel op de één of andere manier te maken met de belofte aan Abraham en zijn zaad, want David is zaad van Abraham. Alleen de belofte aan David hield in dat er een Koning of Koningshuis zou zijn, dat eeuwig zou blijven.

    Er zou dus een onwankelbaar Koninkrijk zijn, dat wil zeggen: een eeuwig Koninkrijk. David zou wel ontslapen, maar het zaad dat komen zou niet!

    Lees nog eens 2 Samuël 7:12 en Handelingen 13:36-37.

    Dus er zou een koning komen, die nooit zou sterven. Dat kan alleen de Heere Jezus Christus zijn, want in Zijn opstanding uit de doden ontving Hij eeuwig leven en een eeuwig Koninkrijk.